Europa pokert door
Na een tumultueus begin, nu alweer een jaar geleden, kabbelt de Europese schuldencrisis haast gezapig voort. De aankondiging dat Portugal de volgende is, die hulp zal gaan ontvangen uit het reddingsfonds, is bijna met schouderophalen begroet door de markten. Het omvallen van Portugal was kennelijk ingecalculeerd!
Gezien de enorme belangen die op het spel staan, volgens sommigen zelfs het voortbestaan van de Europese Unie, moet men wel bewondering hebben voor de "damage control" door de ECB.
De vraag is of de gevolgde strategie van "pappen en nathouden" op langere termijn wel kan werken.
- De omvang van het "probleem"
In een eerder blogartikel Onbeheersbare Staatsschulden is al uitgebreid aandacht geschonken aan de omvang van de overheidsschuld in de landen van de Europese Gemeenschap. Inmiddels heeft de Bank of International Settlements ( BIS ) de betrokkenheid van de Europese banken bij de staatsschulden van Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje wat nauwkeuriger ingeschat en komt op het bijna duizelingwekkende bedrag van € 2 triljard.
Daarmee wordt direct de "vrijgevigheid" van de sterkere landen begrijpelijker. Een herstructurering van schulden, waarbij een deel wordt kwijtgescholden, betekent bijna automatisch een zware en wellicht onbetaalbare reddingsoperatie voor vele Europese banken.
Naast de 4 genoemde landen heeft de BIS ook grote zorgen over de solvabiliteit van onder meer Italië, België, Hongarije en Groot-Brittannië.
Eigenlijk hoeft men zich over deze laatsten in dit verband geen zorgen te maken, aangezien een crisis in Spanje volgens velen al niet meer op te vangen zou zijn! - De aanpak van het probleem
Er wordt pas ingegrepen als de markt de rente van de schulden van insolvabele landen zo hoog opdrijft, dat verder lenen een negatieve schuldenspiraal zou ontketenen.
De grens lijkt ergens te liggen bij 7-7,5% op 10-jarige staatsleningen. De dan geboden "hulp" bestaat uit kortlopende leningen uit het reddingsfonds van de Europese Gemeenschap en speciale leningen van het IMF tegen een rente van 4,5-5,5%.
Die rente is echter nog steeds te hoog, maar is bedoeld als straf voor onzorgvuldig beleid en is bovendien gekoppeld aan de eis dat een draconisch pakket aan bezuinigingsmaatregelen wordt ingevoerd.
Het is niet helemaal duidelijk wat men hiermee tracht te bereiken. De nog steeds te hoge rente en de bezuinigingsmaatregelen smoren elke economische groei en veroordelen het land tot een tergend langzaam herstelproces, dat tientallen jaren kan duren. Sociale onrust is hoogstwaarschijnlijk het gevolg. Vuistregel hierbij is, dat bezuinigingsmoeheid na drie jaar onvermijdelijk optreedt.
In het geval van Portugal zullen de onderhandelaars waarschijnlijk een bezuinigingspakket afdwingen dat groter is dan het pakket waarop de Portugese regering gevallen is. Dat zal beslist een interessant spektakel opleveren. - Spanje hierna aan de beurt?
De rustige reactie van de markt na de knieval van Portugal geeft aan, dat men geen enkele zorg heeft over Spanje als volgende mogelijke omvallende dominosteen. Het lijkt er eerder op dat de markten in een volledige ontkenning zitten, zeker als men de volgende feiten in ogenschouw neemt:- de werkloosheid blijft stijgen en bedraagt nu bijna 21%
- ruim 1,6 miljoen huizen staan leeg, genoeg voorraad voor de komende 7-8 jaar
- huizenprijzen blijven dalen, waardoor bancair onderpand verder wordt uitgehold
- bezuinigingsmaatregelen beginnen pijn te doen, waardoor onrust zal toenemen
- de hoge olieprijs werkt als een extra groeivertrager
- de renteverhoging van de ECB treft 95% van de hypotheken direct vanwege hun variabele karakter
- Spaanse banken hebben €90 miljard tegoed van Portugal en €350 miljard van de vastgoedsector in eigen land
- de hoge eurokoers zet de export onder druk
Na dit lijstje is het moeilijk optimistisch te blijven over de vooruitzichten van Spanje en daarmee over het bedwingen van de schuldencrisis. De beleidsbepalers binnen Europa hebben wellicht zelfs wel een langer lijstje.
Het ziet ernaar uit dat hun strategie er voornamelijk op gericht is tijd te kopen voor de banken om hun reserves aan te vullen. Dat zal nodig zijn als de voor sommige landen onvermijdelijke herstructurering van de schulden gaat plaatsvinden.
Kritiek op deze tactiek lijkt echter niet op zijn plaats aangezien een zinnig alternatief op dit moment ontbreekt. Zo is het opbreken van het eurogebied in een hoge en lage economische snelheidszone vooralsnog politiek onhaalbaar en zou voor de langzame groep bovendien een jarenlange depressie betekenen.
Daarvoor zal de onderlinge solidariteit nog veel verder op de proef gesteld moeten worden. Het omvallen van Spanje zou dat moment echter wel met rappe schreden naderbij kunnen brengen.Het gokken op het inverdieneffect van een groeiende economie moet dan maar gezien worden als een noodzakelijk ingecalculeerd risico. Veel zal daardoor afhangen van de vraag of het fragiele economische herstel van de laatste tijd zich zal voortzetten.