Reddingsoperatie Griekenland met de "Franse Slag"
Vrijdagmiddag wist het Franse "haantje" Sarkozy zich weer als eerste voor het voetlicht te wringen, enigszins gedwee gevolgd door Angela Merkel, om de zoveelste "reddingsoperatie" van Griekenland te presenteren.
De oplossing behelst deze keer een substantiële participatie van de bankensector door het "doorrollen"van de Griekse staatsobligaties.
Dat wil zeggen, dat staatsobligaties die hun datum van aflossing bereikt hebben, die aflossing middels een nieuwe obligatie realiseren.
Essentieel hierbij is, dat banken op vrijwillige basis meewerken om zo een "insolventie-gebeurtenis" te vermijden.
Bij een dergelijke gebeurtenis worden bepaalde clausules in kredietverzekeringen van kracht, waardoor de verzekeraars (in dit geval voornamelijk Amerikaanse banken) verplicht zijn de schade te vergoeden die voortvloeit uit de betalingsonmacht van Griekenland.
Sarkozy, sterk aangemoedigd door zijn landgenoot, ECB president Trichet, is het voorlopig weer gelukt het verzet van Angela Merkel, en met haar dat van Nederland, Finland, Oostenrijk en Slowakije, te breken.
De financiële markten reageerden enigszins opgelucht omdat een directe crisis voorlopig weer is afgewend. Dit weekend echter zal sterk gelijkenis vertonen met het weekend van 14-15 september 2008, waarin over het lot van Lehman Brothers werd beslist. Ook toen bestond er weinig politieke ondersteuning voor de redding van een relatief onbelangrijke schuldenaar, die echter wel internationaal besmettingsgevaar opleverde.
Dit weekend vinden in Luxemburg besprekingen plaats over de praktische implementatie van deze "vrijwillige" medewerking van de banken. Tevens probeert de Griekse premier Papandreou een parlementaire meerderheid te krijgen voor de nog diepere besparingen, die geëist worden als voorwaarde voor de hulp.
Die beslissing zal moeten worden genomen onder bijzonder zware omstandigheden, waarbij het parlementsgebouw een ware belegering door een woedende menigte zal moeten doorstaan.
Alle drukte gaat op dit moment over de uitbetaling van een tranche van het oude reddingsplan ter grootte van € 12 miljard, die eigenlijk niet uitbetaald kan worden omdat de Grieken zich voor de zoveelste keer niet aan hun afspraken hebben gehouden. Het ziet ernaar uit dat partijen toch zullen zwichten onder de druk van een volgend "Lehman Brothers moment" en volgende week het geld gewoon weer zullen overmaken.
Daarmee is de grote beslissing over de resterende hulp ad € 150 miljard doorgeschoven naar juli.
Wat er ook wordt bekokstoofd, de inherente tekortkomingen van de Europese Unie kunnen niet op korte, of zelfs middellange, termijn worden opgelost.
De 4 belangrijkste tekortkomingen zijn:
- geen gesynchroniseerde economische groeipercentages van de lidstaten
- geen optimale arbeids- en kapitaalsmobiliteit
- geen onderlinge fiscale overdracht bij nationale economische calamiteiten
- onvoldoende politieke eenheid
De beleidsmakers zijn zich natuurlijk altijd bewust geweest van de onderlinge concurrentieverhoudingen, maar rekenden erop dat hervormingen en groeiende handel de verschillen kleiner zouden maken.
Gebrek aan begrotingsdiscipline in Griekenland en Portugal en een ongelofelijk uit de hand gelopen vastgoedprijzen in Ierland en Spanje hebben echter roet in het eten gegooid.
Niet alleen is hun concurrentiepositie verder verzwakt, maar nu is ook nog het praktisch onoplosbare schuldenprobleem eraan toegevoegd.
Economen zien 3 mogelijkheden:
- Griekenland voor eeuwig blijven ondersteunen met nieuwe geldleningen, die nooit kunnen worden terugbetaald. Politiek onhaalbaar en geeft bovendien een verkeerd signaal richting andere probleemgevallen.
- Griekenland uit de EU zetten. Dan kan men alle schulden meteen afschrijven, de Griekse banken en een aantal Europese banken vallen om, de ECB wordt insolvent en zal veel extra kapitaal nodig hebben en het kan een aantal landen hetzelfde lot als Griekenland bezorgen, waardoor de EU waarschijnlijk ophoudt te bestaan.
- Schuldsanering als helpende hand gecombineerd met besparingsmaatregelen. Dat maakt waarschijnlijk een einde aan de democratie in Griekenland en veroorzaakt een rentree van de kolonels. Zelfs als de bevolking een 5 tot 10 jarig bezuinigingsplan zou accepteren, dan is daarmee de concurrentiepositie van Griekenland nog steeds niet geholpen.
Een Griekse bankmanager, die anoniem wilde blijven, ziet echter wel een oplossing en wel al volgt:
- Implementatie van een drastische economische hervorming, waarbij een eind gemaakt wordt aan de onvoorstelbare verspilling van belastinggeld door inefficiënte allocatie van middelen als gevolg van politieke bevoordeling, stemmenkoperij, vriendjespolitiek en corruptie.
- Substantiële verkleining van de publieke sector. Nu werkt 1/3 deel van de werkende bevolking voor de overheid.
- Opsporen en vervolgen van belastingontduikers.
Hierdoor zouden voldoende middelen vrijkomen om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen en de herkregen geloofwaardigheid zou de kapitaalmarkt weer toegankelijk maken voor de Grieken.
Helaas voegde deze bankmanager hieraan toe, dat zijn zienswijze absoluut niet gedeeld werd door het overgrote gedeelte van de Griekse bevolking.
De angst voor een catastrofe is zó wijd verspreid onder beleidsmakers, dat steeds weer gekozen wordt voor lapmiddelen, die niets oplossen en het probleem steeds groter maken.
De financiële markten zijn, gezien de alsmaar oplopende rente, er in ieder geval van overtuigd dat een Griekse ramp onvermijdelijk is!
De schuldenballon steeds maar verder opblazen zorgt later voor een steeds grotere knal en consequenties die steeds moeilijker te overzien zijn.