1.
Een goede column heeft één onderwerp. Je weet als professional alles over je vak. Geef niet te veel informatie, maar beperk je tot één specifiek onderwerp. Dit maakt je stukje leesbaarder, duidelijker en sterker.

2.
Wees je lezer. Als je blogt, schrijf je voor een breed publiek. Vermijd jargon, maar verlaag je ook niet tot kinderachtig taalgebruik. Voorbeeld. Je hoeft niet uit te leggen wat een notaris doet, maar wel wat een executeur is. Wil je toch vaktaal gebruiken? Licht de term dan kort en bondig toe.

3.
Houd het simpel. Geen Engelse termen, beperk moeilijke woorden, geen gegoochel met ingewikkelde zinsconstructies.
Het gaat primair om de boodschap, niet om je spitsvondige taalgebruik.

Schrijf het hele artikel in één tijd, bijvoorbeeld in de tegenwoordige tijd of de verleden tijd. Leest de tekst lekker weg? Proficiat: dat is het ultieme doel!

4.
Maak de tekst leesbaar. Webteksten bieden meer mogelijkheden dan papieren teksten. Gebruik ze! Geen eindeloze lappen tekst: die leest niemand.

Tussenkopjes maken duidelijk waar je tekst over gaat. Een hyperlink kan een vakterm verduidelijken. Kijk uit met al te veelvuldig gebruik van schuin- of vetgedrukte teksten, dat leidt te veel af van je boodschap.

Ongeveer 300 woorden (30 regels) is een prima lengte voor een blog. Natuurlijk mag je hiervan afwijken, dit blog is zo’n uitzondering, het zijn slechts richtlijnen.

5.
Structureer je artikel. De eerste zin is belangrijk. Waarom moet de lezer je stukje lezen? Dat vertel je direct aan het begin. Bijvoorbeeld: ‘Als u niet zeker weet of een overledene schulden heeft, dan kunt u de erfenis beneficiair aanvaarden. U loopt dan geen risico dat u opdraait voor de eventuele schulden van de overledene.’ De lezer weet nu direct waar het stuk over gaat.

De eerste alinea kunt u besteden aan een korte uitleg van het begrip beneficiair. Wat is het verschil met een aanvaarding of een verwerping? Wat zijn de voor- en nadelen?

In de tweede alinea geeft u een sprekend voorbeeld. ‘A koos ervoor om schuld te aanvaarden, maar moest met eigen geld schuld betalen en zijn huis verkopen’.

De laatste alinea kan dan eindigen met een ‘uitsmijter’. Dat kan een professioneel advies, vaststelling, maar ook een vraag zijn.

6.
Schrijf afwisselend. Stel af en toe eens een vraag. Waarom? Dat zet de lezer aan het denken. Wissel lange zinnen met korte zinnen af. Hardop lezen helpt. Moet je naar adem happen? Dan is het tijd om een punt te drukken.

7.
Schrijf niet voor Google. Het is verleidelijk, maar toch is schrijven voor zoekmachines af te raden. Stop niet allerlei zoekwoorden in je blog om beter gevonden te worden. Denk aan je lezer: wat zou hij/zij graag lezen? Als de boodschap boeit, dan komt het met de vindbaarheid ook wel goed.

8.
Wees creatief in je onderwerpskeuze. Het is mooi als je blog over je vak gaat, maar het hoeft niet altijd over hetzelfde onderwerp te gaan. Integendeel: wees creatief. Heeft je vak het nieuws gehaald? Schrijf er dan een stukje over.

Als je een keer niet over je specialisatie wilt schrijven, denk dan eens aan onderwerpen als ‘ondernemen’, ‘actualiteit’ of iets anders dat je –professionele- interesse heeft.

Volgende week een praktisch en direct toepasbaar stappenplan!

Gastschrijver: Andreas Bouman