Is een gastouder een ondernemer?
Dit is een vraag die regelmatig aan de orde komt en niet eenvoudig is te beantwoorden. Laat ik het eens proberen uit te leggen en u helpen belasting te ontwijken.
Wie heeft het contract met de vraagouder?
Van het grootste belang is wie het contract met de vraagouder aangaat. Het gastouderbureau of u als gastouder. Waarom? Als u het contract met de vraagouder aangaat, dan is de vraagouder uw opdrachtgever en aangezien u vast op meer dan 1 kind uit verschillende gezinnen oppast, heeft u hiermee voldaan een van de belangrijkste eisen van de Belastingdienst om als ondernemer aangemerkt te worden. Namelijk meerdere opdrachtgevers. Ook moet u reclame maken (briefje bij de supermarkt is al voldoende) en acquisitie verrichten en enige investeringen doen.
Urencriterium
Het laatste obstakel voor het ontwijken van belasting is het urencriterium. Waarom zult u denken, ik heb toch een overzicht met het aantal opgepaste uren van het gastouderbureau ontvangen? Het probleem zit in de andere huishoudelijke taken die u kunt verrichten, terwijl u oppast. Hierover is het volgende afgesproken. Als u gedurende 4 dagen in de week aan drie kinderen daadwerkelijk opvang biedt dan accepteert de Belastingdienst uw urenregistratie.
Voldoet u aan bovenstaande, dan bent u naar alle waarschijnlijkheid, ondernemer voor de inkomstenbelasting en heeft u recht op diverse aftrekposten.
Geen inkomstenbelasting betalen
Zeg nou zelf, wij als Nederlanders willen best belasting te betalen maar niet te veel toch? Bent u ondernemer voor de inkomstenbelasting dan mag u ervan uitgaan dat uw winst tot € 20.000 vrijgesteld is. Hoe dit precies in zijn werk gaat, leg ik u graag uit in een volgend blog.
Beste Ron, Via Twitter kwam ik op jouw artikel over gastouderbureau en ondernemerschap terecht. Zelf ben ik accountant en mijn vrouw is gastouder. Daarom las ik uit nieuwschierigheid jouw artikel. Ik moet zeggen dat ik jouw mening niet geheel deel. Graag wil ik jou wijzen op het besluit BNB 2003/166, waarin het beleid van de overheid wordt uitgelegd met betrekking tot gastouders. Hier wordt een omzetcriterium genoemd van â?¬ 8.500, wat neer zou moeten komen op 2 dagen 3 kinderen of 3 dagen 2 kinderen. Daarnaast wordt de opdracht tot oppassen niet gegeven door het gastouderbureau maar door de vraagouder. Het enige dat het gastouderbureau naar mijn mening doet is bemiddelen om ouder en gastouder bij elkaar te brengen en de incasso/facturatie. Ten slootte zijn er nog een aantal factoren van belang bij de vraag of er sprake is van ondernemerschap (winstverwachting, debiteurenrisico, acquisitie etc), waar jij in je artikel aan voorbij gaat. Graag hoor ik jouw mening hier over. Met vriendelijke groet, John Vreugdenhil
Beste John, Voor de volledigheid plaats ik hieronder het besluit van de staatsecretaris. Geldend beleid. Standpunt staatssecretaris (ingetrokken bij besluit van 14 december 2006) NB. Onderstaand besluit is ingetrokken bij besluit van 14 december 2006, nr. CPP2006/2742M, Stcrt. 2006, nr. 250 ( BNB 2007/86; V-N 2007/4.16.). 'Regelmatig bereikt mij de vraag of gastouders inkomsten uit kinderopvang kunnen aanmerken als winst uit onderneming. Daarbij komt vervolgens aan de orde of wordt voldaan aan het urencriterium van artikel 3.6 Wet IB 2001. Dit blijkt voornamelijk van belang voor de toepassing van de zelfstandigenaftrek van artikel 3.76 Wet IB 2001. Het probleem spitst zich toe op de vraag in hoeverre de tijd waarin kinderen worden opgevangen, ook daadwerkelijk wordt besteed aan werkzaamheden waaruit de gastouder als ondernemer winst uit onderneming geniet. Hierbij speelt wellicht een rol dat de kinderen in de eigen huiselijke omgeving van de gastouder worden opgevangen en de opvang wordt gecombineerd met andere (huishoudelijke) werkzaamheden. Hierover wil ik het volgende opmerken. Zoals opgenomen in het Besluit van 14 november 2001, nr. CPP2001/2131M, onderdeel 5, zullen de inkomsten uit het gastouderschap, indien geen sprake is van loon uit dienstbetrekking, in het algemeen worden aangemerkt als belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in de zin van artikel 3.90 Wet IB 2001. Beoordeling van de activiteiten kan echter onder omstandigheden ook leiden tot het oordeel dat sprake is van winst uit onderneming in de zin van artikel 3.8 Wet IB 2001. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn indien gedurende vier dagen in de week aan drie kinderen daadwerkelijk opvang wordt geboden, de gastouder zelf met de vraagouders contracteert, op enigerlei wijze investeert en ook zelf acquisitie verricht. Aan dit oordeel staat niet in de weg dat de gastouder eventueel gebruik maakt van een franchiseformule die hem in staat stelt gebruik te maken van de vergunning van de franchisegever waarbij eisen worden gesteld aan de kwaliteit en inrichting van de opvang. Indien sprake is van winst uit onderneming ontmoet het bij mij geen bezwaar als bij de beoordeling of is voldaan aan het urencriterium van het volgende wordt uitgegaan. Uren waarvoor een totaalvergoeding wordt genoten van minimaal � 8,50, worden geacht volledig te zijn besteed aan het feitelijk drijven van de onderneming. Bij een lagere uurvergoeding kan naar rato invulling van de tijd die is gemoeid met het feitelijk drijven van de onderneming plaatsvinden. Uitgaande van ongeveer 20% indirecte tijd betekent dit dat doorgaans bij een jaarlijkse omzet van � 8500 zal zijn voldaan aan het urencriterium. Overigens merk ik op dat bij een dergelijke omzet, mede gelet op aard en omvang van dan te verrichten werkzaamheden, in het algemeen sprake zal zijn van winst uit onderneming.' Besluit Staatssecretaris van Financiën van 21 februari 2003, nr. CPP2002/2385M, V-N 2003/13.10 (BNB 2003/166). Met betrekking tot het ondernemerschap is eerste alinea volgens mij duidelijk. Het bekende grijze gebied van Wet Inkomstenbelasting probeer ik in de eerste alinea op een luchtige manier uit te leggen. Ik heb in mijn blog de in het besluit genoemde omzet van � 8.500 niet genoemd. Ik ga ervan uit dat als een gastouder gemiddeld 4 dagen in de week op 3 of meer kinderen past, hij/zij de omzet van � 8.500 haalt. Hartelijke groet, Ron Meijer
Het bovengenoemde besluit van Stas. F. is, zo lees ik op de website 'Wet en regelgeving' op 24 december 2006 komen te vervallen. Hoeveel waarde mag/kan ik hechten aan dit beleid omdat ik op dit moment met in discussie ben met de belastinginspecteur omtrent mijn positie als zelfstandig ondernemend gastouder? Als het is komen te vervallen zal er ongetwijfeld iets voor in de plaats treden? Is daar enige duidelijkheid over te geven? Ik ben bvb benieuwd naar uw mening over de stelling van de Inspecteur dat ik met mijn inkomsten uit onderneming zelfstandig kan voorzien in mijn eigen levensonderhoud. De omzet welke ik draai moet voldoende zijn om hieraan te voldoen. De vraag is : wat heb is als zelfstandig ondernemend gastouder nodig om (inkomen) om in mijn eigen levensonderhoud te kunnen voorzien? Uw reactie zie ik met veel belangstelling tegemoet, M.vr.gr. Peter van der Horst