Uitkering werknemer niet beïnvloed door aanzegvergoeding werkgever
De regering heeft vorige week donderdag in reactie op vragen van de Eerste Kamer laten weten dat de aanzegvergoeding die de werkgever moet betalen bij het niet (tijdig) in acht nemen van de aanzegplicht geen invloed heeft op de uitkering van de werknemer. De aanzegvergoeding wordt niet in mindering gebracht op de uitkering en zorgt er ook niet voor dat de uitkering op een later moment ingaat. Verder wordt de vervaltermijn van de aanzegvergoeding aangepast.
Inhoud aanzegplicht
In een eerdere blog van mij over de aanzegplicht heb ik de inhoud van de aanzegplicht uiteengezet, wanneer de aanzegplicht geldt en wat het gevolg is van het overtreden van de aanzegplicht. Ook heb ik toen uiteengezet dat de aanzegplicht gaat gelden voor tijdelijke arbeidscontracten die op of na 1 augustus 2014 van rechtswege eindigen en dat alleen de werkgever een aanzegplicht heeft.
Inperking aanzegplicht
In een andere blog van mij over de aanzegplicht ben ik ingegaan op de inperking van de aanzegplicht door de Tweede Kamer. Door de Tweede Kamer is namelijk uiteengezet dat werkgevers al bij het overeenkomen van tijdelijke arbeidscontracten het einde daarvan kunnen aanzeggen. Ook is door de Tweede Kamer een vervaltermijn geïntroduceerd voor de vergoeding wegens overtreding van de aanzegplicht. Dit om te voorkomen dat de werkgever bij een voortgezet tijdelijk arbeidscontract de aanzegvergoeding meerdere keren verschuldigd zou kunnen zijn.
Vervaltermijn veranderd
De vervaltermijn wordt veranderd. De vervaltermijn was twee maanden. Deze zou beginnen te lopen de dag na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Door aan te knopen bij het einde van de arbeidsovereenkomst zou echter onduidelijkheid kunnen ontstaan over het moment waarop de vervaltermijn gaat lopen. Immers, begint de vervaltermijn te lopen na het einde van het eerste tijdelijke arbeidscontract of na het voortgezette tijdelijke arbeidscontract? Als het laatste het geval zou zijn, dan zou de aanzegvergoeding nog steeds meerdere keren verschuldigd kunnen zijn, terwijl het doel van de vervaltermijn nu juist was dat dit niet zo zou zijn.
Om het doel van de vervaltermijn te verduidelijk is de vervaltermijn verlengd van twee naar drie maanden en begint de vervaltermijn niet langer te lopen de dag na de dag waarop de arbeidsovereenkomst is geëindigd, maar de dag na de dag waarop de aanzegverplichting is ontstaan. Per saldo brengt dit geen verandering in de vervaltermijn. De vervaltermijn wordt immers wel een maand langer, maar begint ook een maand eerder al te lopen.
Uitkering niet beïnvloed door aanzegvergoeding
De sociale zekerheidsuitkering die de werknemer ontvangt, zoals een WW-uitkering of een ZW-uitkering, wordt niet beïnvloed door de aanzegvergoeding die de werknemer ontvangt van de werkgever. De uitkering wordt daardoor niet verminderd en gaat daardoor ook niet later in. Het betreft een voordeel voor de werknemer ter compensatie van de onduidelijkheid ten aanzien van de al dan niet voortzetting van het tijdelijk arbeidscontract. Omdat de aanzegplicht geldt bij tijdelijke arbeidscontracten vanaf zes maanden kan dit onder omstandigheden een ontslagvergoeding tot gevolg hebben die (zeer) aanzienlijk is in verhouding tot de duur van het arbeidscontract.
Aanzeggen vanaf 1 juli 2014?
De Eerste Kamer beslist of de aanzegplicht met ingang van 1 juli 2014 gaat gelden. Als dat zo is, zullen werkgevers minimaal een maand voorafgaand aan het van rechtswege eindigen van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd waarvan de einddatum op of na 1 augustus 2014 ligt moeten gaan aanzeggen, tenzij zich natuurlijk één van de uitzonderingen voordoet, zoals genoemd in een van mijn eerdere blogs over de aanzegplicht.