Voor een IB ondernemer leidt de vermogensetikettering in de praktijk vaak tot veel problemen. Welke kapitaalgoederen (investeringen van minimaal € 450,--) zet ik op de zaak en welke juist niet? Of mag ik eventueel kiezen?

Er zijn drie soorten vermogensetikettering:

  1. Verplicht ondernemingsvermogen; het zakelijk gebruik is 90% of meer.
  2. Verplicht privévermogen; het privégebruik is 90% of meer.
  3. Keuzevermogen; zowel het zakelijk als privégebruik is 10% of meer.

Vermogensetikettering komt o.a. aan bod bij een woon-werkpand.

Bij een woon-werkpand is sprake van gemengd gebruik. Het pand wordt zowel zakelijk als privé gebruikt. Een niet te verwaarlozen gedeelte van het pand wordt door de ondernemer voor bedrijfsdoeleinden gebruikt. De rechter trekt hierbij de ondergrens bij 10% van het pand. De ondernemer die in één pand woont en werkt en 10% of meer zakelijk gebruikt, moet de regels van de vermogensetikettering toepassen. Zit men zakelijk onder de grens van 10%, dan is er geen sprake van een woon-werkpand en is het gehele pand verplicht privévermogen.

Het is heel gebruikelijk, dat een ondernemer binnen het MKB/ZZP woont en werkt in één pand. Uitgangspunt voor de etikettering is nu of het pand bouwtechnisch splitsbaar is in een zakelijk en een privégedeelte. Is het pand wel splitsbaar dan heeft de ondernemer geen keuzerecht: het zakelijk gedeelte is verplicht ondernemingsvermogen en het woongedeelte is verplicht privévermogen. Zie verder mijn blog over vermogensetikettering bij een splitsbaar pand.

Wanneer is een pand bouwtechnisch niet splitsbaar?

Separate delen van het pand, het woongedeelte of het bedrijfsgedeelte, kunnen niet apart verkocht worden. Er is bijvoorbeeld één gezamenlijke ingang en er zijn geen dubbele sanitaire voorzieningen. Deze voorzieningen zijn ook niet mogelijk via niet al te grote ingrepen.

Bij een niet splitsbaar pand is het hele pand keuzevermogen. De ondernemer mag nu kiezen uit de drie mogelijkheden:

  1. Het hele pand ondernemingsvermogen.
  2. Het hele pand privévermogen.
  3. Verdeling van het pand overeenkomstig het werkelijk gebruik. Aan de hand van administratieve splitsing naar m² of inhoud kan een gedeelte privé en een gedeelte aan de onderneming worden toegerekend.

Deze keuze van vermogensetikettering wordt gemaakt bij aankoop van het pand of bij de start van een onderneming. Heretikettering, het opnieuw beoordelen van de etiketteringsregels, is verplicht bij verandering in het privé e/o zakelijk gebruik.

Als voorbeeld een latere verbouwing.

Stel een ondernemer heeft zijn praktijkruimte in de eigen woning. De praktijkruimte heeft geen aparte hoofdingang en geen eigen sanitaire voorzieningen. De praktijkruimte beslaat slechts 5% van de totale oppervlakte. Voor de vermogensetikettering wordt de gehele woning als verplicht privévermogen geëtiketteerd. Het zakelijk gebruik zit namelijk onder de 10% grens.

In 2016 wordt het praktijkgedeelte aanzienlijk verbouwd en komt nu uit op 15% van de totale oppervlakte van de woning. Heretikettering is nu aan de orde. Het betreft een niet splitsbaar pand, omdat het zakelijk gedeelte geen aparte eigen ingang heeft, plus geen eigen sanitaire voorzieningen. De ondernemer mag nu (naast de keuze van het hele pand privévermogen) ook het hele pand etiketteren als ondernemingsvermogen, of alleen het praktijkgedeelte tot het ondernemingsvermogen.

Vermogensetikettering kan belangrijke fiscale gevolgen hebben. Op een woon-werkpand met als etikettering privévermogen, geldt meestal de renteaftrek eigen woning in box 1. Andere kosten zijn niet aftrekbaar, maar bij eventuele verkoop is de eventuele winst ook niet belast. Op het woon-werkpand met als keuze ondernemingsvermogen, zijn alle zakelijke kosten wel aftrekbaar. Het pand komt bij inbreng tegen de waarde in het economisch verkeer op de zakelijke balans. Bij verkoop is de winst nu wel belast (en het eventuele verlies aftrekbaar). Voor de hypotheekschuld gelden nog steeds de oude regels. Deze mag nog steeds aflossingsvrij afgesloten worden. De nieuwe regels, vanaf 1 januari 2013 renteaftrek eigen woning, gelden namelijk niet voor ondernemers (hypotheek als schuld op de balans). Particulieren hebben wel te maken met een verplichte annuïtaire aflossing van de hypotheek binnen 30 jaar. Ook de renteaftrek eigen woning daalt door jaarlijkse tariefaanpassingen naar 38%.

Dit fiscale verschil in renteaftrek op het woon-werkpand is een extra reden de vermogensetikettering goed op te pakken en eventueel te herzien.
 
 
 
Verwant artikelen:

 
Categorie Financieel Advies