Pensioenuitvoerder en de Ondernemingsraad (OR)

Na de wijziging van de WOR art 27 eind 2017 heeft de werkgever instemming nodig van een ondernemingsraad bij het veranderen van de pensioenregeling. Ook bij bijna iedere verlenging van het contract tussen de werkgever en de pensioenuitvoerder wordt bijna altijd wel iets veranderd en is instemming van de OR nodig. Een uitzondering is als de pensioenregeling in de Cao is vastgelegd.

Aan de OR moet wel instemming worden gevraagd voor een wijziging van de pensioenovereenkomst.

Maar wat zijn nou overwegingen om naar de ene of naar een andere (soort) uitvoerder te gaan en wordt de OR met het maken van een keuze ingeschakeld?

 

Keuze pensioenuitvoerder

Er zijn verschillende soorten uitvoerders, waarbij toezicht, solvabiliteitseisen, continuïteit van de instelling, uitvoeringskosten, rendementen, soort life cycles, transparantie over de kosten, pensioencommunicatie, gegarandeerde pensioenen, eigen werkzaamheden die nog door de werkgever moeten worden uitgevoerd verschillen opleveren.

 

Zo is het toezicht op een PPI wat milder dan dat op een pensioenfonds of een verzekeraar. Aan de andere kant: er zijn nu veel teveel PPI’s, hoe zit het met de continuïteit? Naar verwachting zal er maar ruimte op de Nederlandse markt zijn voor een handvol PPI’s en zijn er nu een dubbel aantal actief.  Een aantal hiervan met meer dan 1.000 regelingen en anderen zijn veel kleiner (een tiental cliënten).

Een aantal zijn ingesteld op het MKB anderen voornamelijk op het grootbedrijf.

 

Zo lijkt ook het toezicht op een Belgisch pensioenfonds milder dan een Nederlands pensioenfonds en zijn er zeker minder regels. Dit heeft zeker voordelen, maar zeker ook nadelen.

 

De administratiekosten en behaalde rendementen in het verleden verschillen nogal tussen de ene en de andere uitvoerder. De portals die werknemers kunnen gebruiken om hun pensioensituatie in te zien en te beïnvloeden worden ook steeds uitgebreider. Maar als je als werkgever hierna nog veel werk hebt om de pensioenregeling in goede (administratieve) banen te leiden kost dit nog veel.

Pensioenuitvoerders gaan ook steeds meer met standaardoplossingen werken. Deze sluiten vaak niet naadloos aan op de huidige pensioenregeling.

 

Niet 1 beste uitvoerder

Het kiezen van de juiste uitvoerder voor jullie werknemers is een momentopname, die ook beïnvloed zal worden door waar de oude pensioenregeling is ondergebracht. Pas na verloop van tijd weet je of je de juiste keuze hebt gemaakt. En of je met zoveel mogelijk omstandigheden rekening hebt gehouden.

 

Schakel de OR in

Het is in onze ogen beter om de OR in te schakelen en samen op te trekken bij deze lastige keuze. De afgelopen jaren heeft de toenmalige keuze immers voor veel gepensioneerden een tegenvallend pensioen opgeleverd.

Steeds meer werkgevers gaan inzien dat een goed geïnformeerde OR helpt om draagvlak bij de medewerkers en minder gezeur achteraf te creëren.

 

Zo is pensioenadviseur (!) Aon eind vorig jaar naar de rechtbank gestapt en heeft de OR van KLM aangekondigd dit te gaan doen.

 

In beide gevallen komt de werkgever de aangegane verplichting om extra stortingen te doen in het pensioenfonds, omdat er onvoldoende geld in de pot zit om aan de verplichtingen te voldoen, niet na.

En op een rechtszaak met je eigen werknemers zit je als werkgever niet op te wachten.
Verwante publicatie:
Artikel 27 van de WOR (instemmingsrecht pensioen) gaat veranderen.

 

 

 

Categorie Financieel Advies