Broeikaseffect, fabel of feit?
Broeikaseffect
De aarde wordt opgewarmd. De ijskappen smelten. Vrijwel alle geleerden zijn er van overtuigd dat dit het gevolg is van het broeikaseffect. Voor deze geleerden is het een feit. Voor de toekomstige president is het een fabel. Hij staat daar op geopolitiek niveau wel alleen in, maar de VS drukken met hun economische macht en consumptie zo’n stempel op de wereld dat milieudoelstellingen zoals afgesproken in het Verdrag van Parijs in gevaar komen. Er is geen extra tijd meer.
Theorie broeikaseffect
Rond de aarde ligt een deken van broeikasgassen. Dat is maar goed ook. Dat maakt het leven op aarde mogelijk. Zonder deze deken zou het -18° Celsius zijn en nu is de gemiddelde temperatuur 15° Celsius. Sinds de industriële revolutie zijn er veel meer broeikasgassen in de atmosfeer terechtgekomen. Die houden extra warmte vast. In de wetenschap wordt dit het ‘versterkte broeikaseffect’ genoemd, in de volksmond het ‘broeikaseffect’.
Broeikaseffect door extra broeikasgassen
- Sinds 250 jaar zijn wij fossiele brandstoffen zoals olie, kolen en gas gaan gebruiken voor onze energie, fabrieken en vervoer.
- Daarbij zijn wij grote hoeveelheden bos gaan kappen. Bomen nemen juist CO2 op maar door het kappen komt de CO2 juist weer vrij.
- De veestapel is enorm uitgebreid. De productie van zuivel en vee leiden ook tot veel meer broeikasgassen.
Daarom zit er nu 40% meer CO2 in de atmosfeer dan 250 jaar geleden.
Wat zijn broeikasgassen?
De belangrijkste gassen zijn:
- CO2;
- Methaan (CH4);
- Lachgas (N2O);
- Waterdamp
CO2
CO2 is koolstofdioxide maar wordt ook koolzuurgas genoemd. Het is opgeslagen in fossiele brandstoffen en komt bij verbranding vrij. Dat geldt ook voor houtkap. Het verbranden van hout of het wegrotten leidt ook tot vrijkomen van opgeslagen CO2. CO2 is voor ca. 50% de belangrijkste factor van het ‘versterkte broeikaseffect’.
Methaan
Deze komt vooral vrij bij veeteelt. Koeien, schapen en geiten produceren methaan bij het verteren van voedsel. Dat komt vrij via hun adem en winden. Ook het verbouwen van rijst en uit afvalstortplaatsen komt methaan vrij. Het is een zeer sterk broeikasgas. 1 kg methaan heeft hetzelfde effect als 28 kg CO2. Methaan is voor ca. 16% verantwoordelijk voor het ‘versterkte broeikaseffect’.
Lachgas
N20 of distikstofoxide komt vooral vrij uit grond dat is bemest met dierlijke mest of kunstmest. Het is een zeer sterk broeikasgas. Het wordt ook veel toegepast in de chemische industrie. 1 kg lachgas heeft hetzelfde effect als 265 kg CO2. Lachgas is voor ca. 7 % verantwoordelijk voor het ‘versterkte broeikaseffect’.
Waterdamp
Door de opwarming van de aarde wordt de lucht warmer. Warmere lucht kan meer waterdamp bevatten. Meer waterdamp zorgt voor nog meer opwarming en de lucht kan nog meer waterdamp bevatten. Een zichzelf versterkend effect.
Broeikaseffect: Gevolgen extra broeikasgassen
De extra broeikasgassen zorgen voor een temperatuurstijging. In de afgelopen 140 jaar is de temperatuur 0,6°C gestegen. De komende 30 jaar wordt verwacht dat de temperatuur ruim 2°C stijgt!. Nu lijkt dat niet veel, maar als de gemiddelde temperatuur van 15° nu 17° wordt, spreken wij over een toename van 13% ! Daardoor treden de volgende effecten op:
- De zeespiegel stijgt;
- Extremer weer zoals hittegolven en hevige regenbuien;
- Uitsterven van planten- en diersoorten die niet kunnen aanpassen;
- Sommige delen van de aarde worden droger.
Deze gevolgen leiden tot de volgende reacties:
- Kustgebieden en eilanden zullen meer dan nu met overstromingen te maken krijgen. Wij kunnen dat deels opvangen door onze dijken op te hogen maar dat is geen oplossingen voor Atol-eilanden en arme landen zoals Bangladesh.
- Schaarste van bronnen zoals water in gebieden die verdrogen, bijv. Israël, Libanon en Palestijnse gebieden zullen nog meer spanningen geven tussen de bevolkingsgroepen en kunnen leiden tot oorlogen.
- Vluchtelingenstromen zullen nog meer dan nu op gang komen en leiden tot spanningen. Naast alle oorlogsvluchtelingen zullen er migratiegolven ontstaan van economische vluchtelingen omdat als gevolg van extreem weer en droogte er vrijwel geen middelen van bestaan overblijven voor grote groepen in Afrika en Azië.
Deze stromen zijn zo massaal dat het ‘rijke’ westen deze aantallen mensen die veelal laag opgeleid zijn, andere godsdiensten en een andere cultuur hebben, niet kunnen absorberen. Dat leidt tot spanningen. Deze vluchtelingen komen ‘onze’ banen inpikken, drukken de loonkosten waardoor in het ‘westen’ ook autochtonen niet meer profiteren van de welvaart. Dat leidt tot een driedeling in de maatschappij:
- Welvarende middengroep en bovenlaag;
- Arbeidersklasse en lagere middengroepen die onvoldoende profiteren van de welvaart;
- Vluchtelingen (allochtonen) die ook in het westen een uitzichtloos bestaan hebben, niet meedoen en onze normen en waarden niet accepteren, waardoor de onvrede alleen maar groter wordt.
Maatregelen beperken broeikasgassen
Het energieverbruik naar groepen gebruikers.
In bovenstaand plaatje wordt de energieconsumptie gelijk gesteld met de CO2 uitstoot. Er wordt voorbijgegaan aan andere broeikasgassen zoals Methaan en lachgas. Dan komt de agriculture er een stuk slechter af.
Broeikaseffect door huishoudens
Een gemiddeld huishouden stoot ca. 23.000 kg. CO2 uit. Ruim 8000 kg bestaat uit energie en vervoer. Voor alle huishoudens samen is het aandeel elektriciteit en gasverbruik ruim 12%. Ruim 15.000 kg is indirect en is het gevolg van voeding en kleding. Huishoudens dragen voor Energiebesparende maatregelen en overschakelen op duurzame energie dragen sterk bij aan het verlagen van de directe CO2 uitstoot. Voor de indirecte uitstoot kan er ‘gecompenseerd’ worden door investeren in:
- 15000 kg CO2 compenseer je door aanplant van ruim 300 bomen. Compensatie kost tussen de € 50,- en € 100,- per jaar;
- Duurzame energie voor grootverbruikers. Kolencentrales dicht en daarvoor in de plaats windmolenparken. Dat reduceert de indirecte uitstoot;
- Projecten waar energie mee wordt bespaard.
Broeikaseffect door industrie
Ruim 40% van het totale energieverbruik komt van de industrie. Ruim 1375 PJ. Daarvan wordt ca. 75% gebruikt door de petrochemie, farmaceutische- en voedselindustrie. Met de overheid heeft het bedrijfsleven een Energieakkoord gesloten om in 2020 een besparing van 100 PJ te realiseren. Per bedrijf worden screenings gemaakt waar besparingen te realiseren zijn en bedrijven verplichten zich er toe deze besparingen te realiseren. Dus niet ‘vergroenen’ maar echt besparen!.
Broeikaseffect door land- en tuinbouw
De glastuinbouwsector verbouwt energiezuiniger en vanaf 2020 zelfs klimaatneutraal. De zuivelsector heeft zicht verplicht ruim 30% broeikasgassen te verminderen in 2020 t.o.v. 1990. Ook zullen er vanaf 2023 alleen nog maar duurzaam geproduceerde veevoeders mogen worden gebruikt
Transport en logistiek
Ruim 12% van ons energieverbruik gaat op aan transport Ca. 550 PJ. Het energiezuiniger maken van transportmiddelen of efficiencyverbeteringen in logistieke processen zullen de energie-uitstoot verlagen. Bijna de helft van het brandstoffenverbruik komt van personenauto’s . Het gebruik van personenauto’s valt moeilijk te beteugelen ondanks mogelijkheden zoals telewerken. Er gaan geluiden op om een vorm van rekeningrijden in te voeren.
Broeikaseffect: maatregelen
De urgentie van het klimaatprobleem wordt wereldwijd steviger gevoeld en extra maatregelen kunnen niet uitblijven. Innovatie in energiebesparende maatregelen en verduurzamen energie zullen een nog grotere rol gaan spelen in huishoudens en het bedrijfsleven. Wij zitten in een transitieperiode van fossiele energiebronnen naar duurzame energie. Technische oplossingen zoals batterijen voor stroomopslag en waterstof als energiebron zijn de ontwikkelstadia bijna voorbij.
Monitoren
Om verschillende redenen kiezen organisaties voor een milieumanagementsysteem zoals ISO140001 of een instrument zoals de CO2 prestatieladder. In aanbestedingen valt er voor bedrijven die op de CO2 prestatieladder trede 4 of 5 hebben, concurrentievoordelen te behalen. Grotere organisaties die meedoen aan het EEP/MJA3 hebben een managementsysteem en rapportagevorm nodig. De grootste milieuwinst valt in het bedrijfsleven te halen. Het doorlichten van de processen kan verrassende inzichten opleveren. Door doelstellingen te formuleren die SMART zijn (specifiek, meetbaar, acceptabel, resultaatgericht en tijdgebonden), de voortgang te monitoren, kan een organisatie in beeld brengen wat de resultaten/besparingen zijn.
Conclusie broeikaseffect
Het is aantoonbaar dat het ‘broeikaseffect’ bestaat en dat deze zorgt voor opwarming van de aarde. De grootste factoren zijn verbranding van fossiele brandstoffen en kappen van bossen. Kortom: menselijk handelen. Wij kunnen daar het volgende tegenoverstellen om de effecten te minimaliseren:
- Energiebesparende maatregelen voor huishoudens, industrie land- en tuinbouw;
- Andere vormen van transport en vervoer;
- Vergroenen van de energiebehoefte door wind-, water- en zonne-energie. Het meestoken van biomassa hoort niet in dit rijtje. Dat levert alsnog CO2 op;
- Stoppen met het kappen van bossen en herplanten. Dat zal niet meevallen. Een mogelijkheid zou een compensatieregeling kunnen zijn voor landen met veel regenwouden. Het behouden van de bossen levert dan meer economische voordelen op dan te kappen voor houtwinning of voor teelt van gewassen;
- Het verduurzamen van de landbouw en de veestapel terugbrengen in aantallen.
Publicaties van dezelfde auteur:
- Klimaatverdrag en uw onderneming
- Klanttevredenheidsonderzoek nutteloos?
- Waarom zou je een risico inventarisatie (ri&e) nodig hebben?
- Wat gaat het klimaatverdrag van Parijs voor u betekenen?
- De nieuwe versie ISO9001:2015
- Is bij informatiebeveiliging ISO 27001 noodzakelijk?
- Maatschappelijk verantwoord ondernemen, hoe doe je dat?
- Duurzame inzetbaarheid, belangrijk?