Welke vragen?

Zelfs als je beschikt over kennis hoe systemen werken blijft het lastig om niet in (eenvoudige) relaties van oorzaak en gevolg te denken. Om te komen tot een ontwerp van organisaties, met name zorgorganisaties, dat past bij een snel veranderende wereld, is inzicht in veerkracht nodig. Het gaat dan om antwoorden te vinden op vragen als: waarom blijft het ene systeem voortbestaan en gaat het andere ten onder? Welke kenmerken heeft een systeem dat soepel om gaat met veranderingen?

Identiteit

Veerkracht is een structurele kwaliteit van systemen: het gaat om het vermogen om het eigen bestaan te continueren voor een niet vooraf gedefinieerde hoeveelheid tijd. Het gaat om het behoud van identiteit. De keuze voor een organisatiemodel, de strategie, de klanten, de medewerkers, de concurrenten, de doelmatigheid van de werkprocessen en het effect van ICT op die doelmatigheid, leidt altijd tot een tijdelijk ontwerp; de selectie is altijd risicovol. Tijdens het aanpassingsproces (door middel van controle, ontwerp en operationele regulering) worden organisaties voortdurend met onzekerheid geconfronteerd.

Kernvraag

De kernvraag is daarmee hoe een organisatie binnen die complexiteit veerkrachtig blijft. Interventies die geen rekening houden met die complexiteit zullen organisaties niet echt verder helpen. In veel systemen is complexiteit aan de orde van de dag. Binnen een systeem is het realiseren van balans van groot belang – daarom wordt steeds gestreefd naar evenwicht. In een dynamische omgeving is dat geen sinecure.

Veerkrachtige zorgorganisaties

Veerkracht kan worden gedefinieerd als het vermogen van een systeem (individu, organisatie etc.) om de eigen doelstelling en integriteit in stand te houden in een situatie (omgeving) van dramatisch veranderende omstandigheden. Een echt veerkrachtig systeem is in staat de eigen continuïteit te realiseren door zich op een dynamische manier aan te passen aan veranderende omstandigheden terwijl het te bereiken doel steeds in beeld blijft. Veerkrachtige systemen kenmerken zich door eenvoud in de kern (waarden) en diversiteit aan de randen. Perfecte systemen  zijn vaak kwetsbaar, terwijl dynamische systemen waar dingen fout gaan robuust blijken te zijn.

Alles wat sterker uit toevallige omstandigheden komt is anti-kwetsbaar; alles wat er zwakker uit komt is kwetsbaar. De evolutie is gebaseerd op stressoren (armoede leidt tot ervaringen), toeval, onzekerheid en wanorde. Op deze manier ontstaat veerkracht.

Literatuur

 Woldendorp, H. en A. Jeninga. (2018). Organisaties ontwarren. Systemisch kijken, denken en doen binnen de gezondheidszorg. Amsterdam: SWP

Zolli, A. en A.M. Healy. (2012). Resilience. Why things bounce back.Londen: Headline