generatiekloofEr wordt veel gesproken over een generatiekloof (verschillen tussen generaties) binnen organisaties. De leden van Generatie X (1955- 1970) zijn gemiddeld de ouders van Generatie Y (1985-2000), die weer wordt opgevolgd door generatie Z (vanaf ongeveer 2000). De Generatie X zit in 2015 volledig in de levensfase van het leiderschap. Dat betekent dat die generatie de komende jaren de grootste invloed heeft op de eigen organisatiecultuur.

Generatie Y

Tegelijkertijd betreden hun kinderen, gemiddeld van de Generatie Y, als een nieuwe generatie junioren de organisatie. Vanuit de ervaringskennis met hun eigen kinderen weten de meeste X-ouders, vrij goed hoe ze  deze nieuwe generatie junioren het beste kunnen ondersteunen in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling en  welke onderdelen van de cultuur van hun organisatie, die kennen ze ook goed, het verste afstaan van de wereld van hun kinderen. In de praktijk wordt die kennis zelden of nooit aangeboord en benut.

Generatie Y scoort hoog op o.a. ondernemerschap en omgevingsbewustzijn. Generatie Z is opgegroeid met sociale media. Deze twee generaties zijn meer gericht op een samenleving die gebaseerd is op samenwerking (Rifkin, 2014). Organisaties zullen daarom anders moeten omgaan met verandering door aan te sluiten bij de wijze waarop ideeën worden gecreëerd, verspreid en geïmplementeerd.

Generatie Z

De kenmerken van generatie Z zijn verder uitgewerkt door Jos Ahlers en René Boender (2016). De generatie Z  wordt beschouwd als een zeer optimistische generatie die vooral naar boven kijkt en die steeds minder bezig is met het verleden. De Generatie Z staat graag in het middelpunt van wat er nu gebeurt en wat er staat te gebeuren in de toekomst. Dat gaat gepaard met een (te) groot enthousiasme en een (te) klein besef van de realiteit. Deze generatie staat positief in het leven. Zelf is een kernbegrip voor deze generatie: (Z)Selfservice is voor jezelf zorgen, jezelf managen, zelf betalen voor je gezondheid en nog veel meer dingen zelf doen’. (46).

Generatie Z heeft de opkomst van het internet volledig mee kunnen maken. Veel leden van Generatie Z groeien op in de omstandigheid dat ze alles zelf hebben: een eigen computer ent tablet waarop ze hun eigen muziek streamen of downloaden voor op hun eigen iPod. Via hun eigen mobiele telefoon houden ze contact met hun vrienden en op hun eigen kamer staat hun eigen televisie waarop ze kunnen kijken naar programma’s die ze zelf kiezen of die ze streamen via talloze mogelijkheden als Netflix.

Generatie Z maakt eigenlijk geen onderscheid tussen werk en privéleven: tijdens ‘werktijd’ worden contacten onderhouden met het volledige sociale netwerk en na het werk worden de zakelijke afspraken voortgezet in de kroeg. Zij zijn van jongs af aan gewend hun eigen tijd in te delen en aan projecten te werken.’(2016: 95) . Generatie Y en Z worden nu geconfronteerd met de impact van de Corona problematiek. Het moet blijken hoed dat hun visie op de wereld verandert.

Waarom zijn generaties (on)belangrijk?

Tot slot een relativering van het voorgaande.  Janka Stoker(2017) verklaart echter dat generatie denken hoe leuk ook, wetenschappelijk niet aangetoond kan worden. Vanuit haar leiderschapsstudies stelt ze dat er geen steekhoudende theorieën over generatieverschillen zijn. Waar het om gaat is dat op individueel niveau leeftijd belangrijk is; op generatieniveau verklaart het niet veel. Stoker: "Door populaire managementgoeroes wordt makkelijk gezegd: we moeten het helemaal anders doen. Die millennials (generatie Y en Z) hebben een ander soort leiderschap nodig. Als wetenschapper kijk ik naar onderzoek: wat weten we hier nou over? Simpel: we weten dat het onzin is. Je kunt daarom beter onderzoek doen naar de ontwikkeling gedurende de levensperiode (je hebt misschien andere leiderschapsbehoeftes op je 25e dan op je 50e), in plaats van naar verschillen tussen generaties.

Stoker deed onderzoek naar het effect van de invoering van zelfsturende teams op individuen. Daaruit bleek dat mensen die net in een team zaten, zoals jongeren, meer behoefte hadden aan sturing. "Dat is logisch. Die starten net met werken en denken: vertel me eerst maar even duidelijk wat ik moet doen." Effectief leiderschap is dus eerder een individuele kwestie. Met een generatie-eigenschap heeft het weinig te maken.

Literatuur

Ahlers, J. en R.C.W. Boender (2016). GeneratieZ en de vierde (industriële) revolutie. Bertram en De Leeuw Uitgevers

Rifkin, J. (2014). The zero marginal cost society. The internet of things, the collaborative commons and the eclipse of capitalism. New York: Palgrave Macmillan

Stoker, J. (2017). Hebben millennials andere leiders nodig. Onzin! RTLZ, november 2017

Woldendorp,H.  en Woldendorp,T. (2019). De start-up professional. Ondernemen als loopbaanstrategie. Amsterdam: SWP