Technologische en sociale innovatie in de zorg
In een recent verschenen boek van me heb ik uitgewerkt dat technologische innovatie alleen werkt als het gelijk opgaat met sociale innovatie. Dat wordt nu door een SER advies bevestigd. De SER constateert dat er sprake is van een tekort aan personeel en van een snelle doorstroom binnen de sector en een substantiële uitstroom naar werkgevers buiten de sector.
Waar het gaat om ruimte voor de professional en vermindering van de administratieve lasten staan het zorgstelsel en de organisatie van de zorg de gewenste verbeteringen in de weg staan. Verbetering van de arbeidsmarkt in de zorg is daarom ook gebaat bij systemen van financiering, kwaliteitsregulering en verantwoording die meer ruimte geven aan professionaliteit en die minder transactiekosten met zich meebrengen. Deze systemen dienen de professional en de zorgorganisatie wel te stimuleren de collectieve middelen voor de zorg zo in te zetten dat maximale gezondheidswinst wordt nagestreefd.
Volgens de SER moet nieuwe technologie altijd bijdragen aan de kwaliteit van zorg. Daarbij geldt dat het succes van technologische innovatie bewezen afhankelijk is van sociale innovatie. Tegelijk met technologische innovatie is het dus noodzakelijk dat medewerkers betrokken worden bij onder andere het waarderen van de technologie in relatie tot de toegevoegde waarde voor hun werk, verandering van werkprocessen, noodzakelijke kennis en vaardigheden en veranderingen in hun functie.
Door preventie, het toepassen van digitale middelen in de zorg, door het bevorderen van de juiste zorg op de juiste plek, door de juiste zorgprofessional en door actief pakketbeheer moet de stijgende vraag naar zorg en naar zorgmedewerkers enigszins geremd worden.
Het effect van de nieuwe technologie op het werken in de zorg en de zorgprofessional is echter divers en zeker niet eenduidig. De veel gehoorde ambitie dat technologie in de zorg een oplossing kan zijn voor bijvoorbeeld de tekorten aan zorgprofessionals is in de praktijk (nog) niet of nauwelijks onderbouwd. Recente technologieën bieden wel mogelijkheden werk en de organisatie van werk te veranderen. Het inherent arbeidsintensieve werk in de zorg, beperkt daarentegen de mogelijkheden voor een substantieel hogere arbeidsproductiviteit.
Technologie kan zorgprofessionals ondersteunen bij de invulling van hun professionele ruimte. Bijvoorbeeld doordat data beter en makkelijker toegankelijker worden. Om nieuwe technologie een positief effect te laten hebben op het werken in de zorg en voor de zorgprofessional, is het van belang dat de zorgprofessional een centrale plek krijgt bij de ontwikkeling en (zeker) de implementatie van nieuwe technologie. Dit heeft niet alleen betrekking op onderwijs en training maar ook op aanpassing en vernieuwing van werk- en zorgprocessen oftewel sociale innovatie. Technologische en sociale innovatie zijn complementair.
In mijn boek heb ik laten zien hoe technologische en sociale innovatie elkaar kunnen versterken.
Literatuur
Aan de slag voor de zorg. Een actieagenda voor de zorgarbeidsmarkt. SER, mei 2021
Woldendorp,H. (2021). Technologische en sociale innovatie in de ouderenzorg. De impact van COVID-19. Amsterdam: SWP