Koppeling tussen individu en organisatie

In dit artikel is de boodschap oog te blijven houden voor het individuele in organisaties en onze integriteit als voorwaarde voor (werk)geluk te zien. Omdat er daarbij specifiek aandacht zal zijn voor de betekenis van de kracht van het individu, voor een organisatie en krachten die daarop inwerken, is de subtitel dan ook ‘Koppeling tussen individu en organisatie’1.

Die koppeling is niet zo vanzelfsprekend. Dit omdat ons algemene discours meer bedrijfskundig dan sociologisch van aard is. Zodoende is er terrein te winnen om geluk en liefde meer deel te laten zijn van vernieuwingskracht in een organisatie. (Werk)geluk vanuit de benadering van organisatiekrachten is doelbewust in relatie tot integriteit gekozen. Want, ondanks dat daar wel literatuur over is, wordt er in mijn ogen tekortgeschoten met een niet gangbare sociologische benadering van krachten in organisaties.

Het heeft mij ook gebracht bij een ‘Zijdelingse blik op het gedachtegoed van Spinoza (1632-1677)’. Deze filosoof beschouwde geluk en liefde namelijk als krachten tussen mensen onderling en daarmee als onderdeel van een samenleving. Dit artikel is zodoende ook een pleidooi om te filosoferen over zowel krachten in organisaties als in de samenleving. Dat brengt ons drie focuspunten over krachten. Zo komt de noodzaak aan de orde de tijdgeest te doorgronden, daar inzicht in ‘krachten die spelen tussen de organisatie en haar omgeving’ van levensbelang zijn voor het bestaansrecht van een organisatie. De andere twee focuspunten betreffen ‘waarden als krachten’ en ‘krachten van emoties’.

Inleiding

De focuspunten dienen ertoe te leiden om vanuit respect, begrip en aandacht ruimte te maken voor positiviteit en nieuwsgierigheid. Daartoe wil ik je telkens meenemen het negatieve in ons voelen en denken om te zetten naar positief handelen. Als grondslag hiervoor wordt het Idee-Beeld-Vorm paradigma uit mijn eerste boek De Glunderende Organisatie (DGO, 2016, p. 92 – figuur 1 in dit artikel)2 verder uitgewerkt. Het laat zien hoe belangrijk (gezamenlijke) beelden voor vernieuwing zijn en dat een benadering vanuit krachten volgens Spinoza (zie figuur 2) behulpzaam is om tot een Beeld van integriteit te komen. Maar ook met behulp van scharnierdeugden laat ik zien dat het negatieve naar het positieve kan worden omgezet.

Hoewel de geschiedenis geen nadrukkelijke aandacht krijgt, heeft het tussen de regels door wel een plaats daarin. Er wordt namelijk zijdelings dieper ingegaan op het waarom van zowel Ethiek & Compliance als Liefde, integriteit en geluk in organisaties. Zo tip ik het bekwamen in integer gedrag3 en Maatschappelijk leiderschap door moed4 aan én nodig ik uit tot filosoferen omdat dit tijdperk geen gedachtegoed meer kent dat richting kan duiden voor sturing van onze samenleving. Ideeën over het menselijk geluk lopen namelijk zeer uiteen, wat het samenbundelen van krachten niet in een ‘flow’ brengt. Ik concludeer dat wij van oude denkers nog wel iets kunnen leren over hoe wij met overvloed en tegenspoed kunnen omgaan.

Het is daarom zoeken naar de beste mix van wijsheden van weleer! Natuurlijk worden er actueel pogingen gedaan met onder andere Sustainable Development Goals (SDG, in sept. 2015 door lidstaten VN vastgesteld) en door wetenschappers (zoals Kate Raworth)5 die ons willen laten nadenken over de ontsporende gevolgen van de vrije markteconomie.

Opbouw artikel
In bovenstaande dynamiek kwam mijn essay ‘Organisatiekrachten, Integriteit, Geluk en Liefde’1 tot stand, met als uitgangspunt dat het een keuze is door de ogen van de liefde in en aan organisaties te werken, mét het vertrouwen dat het nobele in mensen de overhand kan krijgen. Dat betekent dat ik een vraag voor de actualiteit voorleg, namelijk of het belang van eerherstel na een integriteitsschending wordt ingezien3, omdat er anders een remmende werking zal plaatsvinden op de ‘koppeling tussen het individu en de organisatie’.

Rijke concepten vanuit een benadering met positieve krachten

Voor deze bewerkte versie van het essay presenteer ik een aantal oneliners over krachten, omdat deze daarin een spilfunctie hebben. Zij geven een indruk van de wijze waarop aandacht kan worden besteed aan krachten. Dat geldt voor de werking in organisaties maar is ook gerelateerd aan organisaties:

  1. Positieve krachten zijn de versnellers van de vernieuwing die de mens in een ‘flow’ brengt en daarmee tot positieve energie (E).
  2. Positieve krachten hebben altijd een richting om negatieve energie te voorkomen zodat de organisatie niet remt in ontwikkeling. (Nb. Zo moet je bijvoorbeeld niet een controle onnodig dubbel uitvoeren, omdat twee verantwoordelijken niet afstemden over het proces naar het gereed zijn.)
  3. Juist de positieve kracht in het individu maakt het mogelijk zijn/haar vermogens te activeren.

Echter, vanuit krachten bezien vraagt dat voor een blijvend proces van een gezamenlijke positieve richting voor een gehele organisatie, ook nog de volgende voorwaarden:

Het is fundamenteel ervoor open te staan dat verandering/vernieuwing soms niet kan zonder externe krachten.

Een organisatie is immers onderdeel van een groter geheel: de samenleving. Wanneer in een organisatie krachten mensen niet in een ‘flow’ brengen, dan zal iets externs weer een versneller van vernieuwing moeten zijn (zie ‘1’) of iets het individueel vermogen moeten activeren (zie ‘3’).

Samenbundeling van individuele krachten binnen een organisatie zie ik als een horizontale benadering van organisatie-ontwikkeling.

Dit is onder andere nodig om krachten een richting te geven (zie ‘2’) en krachten in het individuele (zie ‘3’) voor de organisatie te activeren.

Deze aandacht voor (positieve, externe en samengebundelde) krachten geeft echter nog geen zicht op een moreel kompas voor integer handelen in een grotere context. De volgende aandachtspunten, die je als uitkomsten in de tekst zult tegenkomen, brengen integriteit als kracht in verband met het organisationele. Integriteit is niet voor niets een verwijzing naar heelheid en samenhang en doet daarmee een beroep op bewustwording over krachten die dat bewerkstelligen:

  • Hoe meer componenten (later benoemd in dit artikel) in een Ethiek & Compliance programma zijn opgenomen, hoe effectiever die programma’s zijn.
  • Dit brengt ons bij de verbinding tussen liefde, vertrouwen en integriteit in het ontstaan van het Beeld, zoals figuur 2 toont: Integriteit zie ik daarom als een resultante van de elementen van het Creatief/artistiek proces, waarvoor liefde en vertrouwen positieve krachten zijn.

Focus op krachten gerelateerd aan de praktijk – werkend perspectief

Vanuit het vertrouwen dat het nobele in mensen de overhand kan krijgen, wil ik met mijn voorgelegde vraag zelf stellen dat het belang van individueel eerherstel na vermeend dubieus gedrag moet worden ingezien. Dit doe ik om een lans te blijven breken voor een blijvende optimalisatie van de koppeling tussen het individu en de organisatie. Wellicht meer dan ooit is dit een fundament voor een goed omgaan met de tijdgeest door organisaties, vanuit een streven naar heelheid.

Daaraan verbind ik, in relatie tot de genoemde focuspunten in de introductie, het volgende:
A.
Juist de betekenis van de positieve kracht in het individu zet die krachten in een breder perspectief. Dat mag dus niet veronachtzaamd! Zo bezie ik het effect van het in een breder perspectief omgaan met onze hedendaagse Technologie, als impact voor mensen met een achterstand daarop, vanuit de scharnierdeugden 1/Wijs, 2/Rechtvaardigheid, 3/Matigheid en 4/Moed. Dat maakt het mogelijk tot uitkomsten van het Creatief/artistiek proces (zie figuur 1) te komen, om als volgt met de betekenis van Technologie om te gaan: ad1/ (Denkbeeld) De gebezigde taal is positief ten aanzien van het omgaan met individuele gevolgen, ad2/ (Klankbeeld) Het geluid is onderling prettig en we gaan om met ‘het sterke gevoel niet mee te kunnen’, ad3/ (Beeldspraak) Het onderling rekening houden, klopt met woord en gebaar en ad4/ (Visie) Er is geen twijfel over het motief ‘We laten mensen met een duidelijke te constateren achterstand niet versloffen’.
B.
Ik breng integriteit voor het voetlicht aan de hand van twee wetenschappelijke artikelen (van Hoekstra/Kaptein6 en Roshnee Ossewaarde-Lowtoo7). Het eerste artikel legt een relatie vanuit het noodzakelijk managen van Ethiek & Compliance. Het tweede artikel legt een overtuigende relatie met liefde en geluk en zal ik bij het spinozistisch perspectief verder bespreken.
Het eerste artikel houdt een pleidooi voor meer gedragen verantwoordelijk gedrag. Het tweede artikel stelt als hoofdvraag ‘Hoe we onze integriteit, c.q. heelheid van onze ziel, kunnen bereiken en behouden in organisaties?’.
C.
Vanzelfsprekend mag casuïstiek niet ontbreken, in de zin van dat er niet verzuimd mag worden om negatieve emoties om te zetten naar positieve. Het Openbaar Ministerie en de Politieorganisatie laat ik hier ten aanzien van een knauw door niet integer gedrag aan bod komen. (Een overdaad aan) angst stond symbool en dat kennen we namelijk niet als positieve kracht! Er móet een gezamenlijk Beeld ontstaan van een oplossing, vanuit krachten die elkaar versterken. Dat was niet zo, er was een overdondering van het negatieve door een diversiteit aan integriteitsaffaires. Dat had een onvermijdelijkheid moeten inhouden voor een Ethiek en Compliance (E&C) programma.

In welk werkend perspectief zouden we nu de genoemde dynamiek en de krachtenbenadering kunnen plaatsen! Omdat kracht een belangrijk kernwoord is, wordt verwezen naar figuur 1 ‘het Idee-Beeld-Vorm paradigma’ (Bruijn, 2016, p. 92) 2. Dat paradigma is een pleidooi voor het doen ontstaan van beelden over vernieuwing, vanuit de kracht van het individu. Én, het biedt daarmee tegelijk de mogelijkheid om krachten zowel in een breder perspectief te zetten als deze daarin herkenbaar te positioneren. Voor dit laatste grote belang zijn we dan weer terug bij de focuspunten over krachten in de aanhef van dit artikel, namelijk:

  1. waarden als krachten. Zij staan in het centrum van het paradigma, omdat wat wij als mensen betekenis geven een fundament is voor hoe wij met contexten en vraagstukken omgaan.
  2. krachten die spelen tussen de organisatie en haar omgeving. Het Creatief-artistiek (verbeeldings)proces wordt gezien als een (dienend en uitvoerig) proces van bewustwording voor inzicht daarin én als proces voor het doorgronden van de tijdgeest.
  3. krachten van emoties. Het omzetten van negatieve emoties naar positieve emoties blijkt een geschikte invalshoek als voorwaarde voor integriteit.

 

Koppeling tussen individu en organisatie

‘Balans tussen interne en externe krachten op een organisatie met het Creatief/artistiek proces’

Bron: IBV-paradigma uit De Glunderende Organisatie (Bruijn, 2016, p. 92)

 

We zijn voor de verdere uitwerking van perspectieven en positionering van krachten op een belangrijk punt aangekomen. Kunnen/willen we de BETEKENIS van de kracht van het individu inzien?
De focus op krachten en presentatie van rijke concepten kent mijns inziens een centrale gedachte, als pleidooi voor hét EFFECT van de positieve kracht in het individu:

We leggen steeds een onmiskenbaar sterk verband tussen het belang van een investering in individuele bewustwording en een indrukwekkend effect daarvan op het organisationele.

A. De tijdgeest vraagt vanuit positieve krachten organisaties vorm te geven

Natuurlijk wil ik nog een specifieker belang duiden van het paradigma in figuur 1, als concept voor inzicht in bewustwording over krachten. Dat betreft dan het onvermijdelijk moeten kunnen doorgronden van de tijdgeest. Het Creatief/artistiek proces (= proces van waarnemen voor bewustwording, dat het Beeld onderzoekt dat bij het Idee hoort) is bedoeld om het werken aan individuele issues in BALANS te houden met wat er op de organisatie inwerkt (het externe) én wat er in de organisatie gaande is (het interne). De tijd waarin wij leven heeft een belangrijke plaats in de kijk op dat proces. Daarbij hoort dan de vaststelling dat we uiteindelijk onszelf én hoe we in en aan een organisatie kunnen werken pas kunnen begrijpen wanneer we deze zaken in de tijdgeest kunnen zien en plaatsen.
De geciteerde one-liners als rijke concepten dienen aldus te worden gezien als voorwaardelijk voor het leiden van het gehele proces van krachten in de tijdgeest. Dus enerzijds bundeling en richten van positieve individuele krachten en anderzijds het je tegelijk realiseren dat verandering soms (onvermijdelijk) niet kan zonder externe krachten, wanneer de oplossing van een probleem zich niet in een actueel paradigma kan bevinden.

Niet voor niets introduceer ik de negatieve krachten voor individuen die worden teweeggebracht door de hedendaagse Technologie. Niet iedereen kan die ontwikkeling volgen. Zo wordt er een toe te voegen (organisatie)kracht gemist bij dit voorbeeld van een onmiskenbare beeld van de tijdgeest. Daarom stel ik de maatschappelijke impact aan de kaak, dat er mensen zijn die een forse achterstand hebben (opgelopen) op de technologische ontwikkelingen. We zorgen slecht voor die groep mensen (in organisaties). De technologietrein dendert door, terwijl we weten dat die groep niet zomaar kleiner wordt. Daardoor staan heelheid, geluk en liefde in de organisatie ook onder druk. Dat is een grote tegenkracht voor het individu die zou moeten worden ingezien! Hoe mooi zou het zijn organisaties een vliegwiel (ten gunste) te kunnen laten zijn voor deze (maatschappelijke) ongelijkheid als die intern speelt.

Ik kom daarom terug op de aangehaalde scharnierdeugden in het omgaan met Technologie. Voor het individu moet de al genoemde uitkomst van het Creatief/artistiek proces niet mis te verstane betekenis krijgen voor positieve energie (E). Ten aanzien van technologie in bedrijven zijn er dus krachten nodig die het individuele en organisationele (in- en extern) in haar eigen BALANS moeten zien te krijgen, zodat ieder individu zijn/haar vermogens kan activeren. Ik verdiep daarom, aangaande de scharnierdeugden, de genoemde uitkomsten en doe de volgende suggesties:

  • Wijs > We zijn niet laconiek en onverschillig ten aanzien van de individuele én organisationele gevolgen. Dat zou dom zijn!
  • Rechtvaardigheid > Wanneer we een sterk gevoel hebben van niet kunnen meedoen, dan heft dat positieve krachten op en dat is bovendien irrationeel en onpraktisch. Zodoende moeten wij goed leiding geven aan dit proces om die belemmering te kunnen doorbreken.
  • Matigheid > Het is onverstandig je overmatig te beheersen in het rekening houden met de ander. Een onderling omgaan met de impact echter brengt, uiteindelijk voor iedereen, krachten positief samen.
  • Moed > We laten mensen met een duidelijk te constateren achterstand niet versloffen. Dat zou laf zijn! Deze constatering vereist daarmee maatschappelijk leiderschap door moed4. Dat houdt in dat je ‘zorgvuldig, consistent en uitlegbaar handelt’ (zie fig. 1 - Integriteit) ten aanzien van zowel individuele als organisationele gevolgen.

B. Meervoudig en dynamisch perspectief voor goede resultaten

Met een bewustmakende zelfontdekking (Bruijn, 2020, p. 11)1 benoem ik de grote verantwoordelijkheid bij het vormgeven van het organisationele. Dat geeft mij reden in te zoomen op een wetenschappelijke en een artistieke (krachten)benadering.

 Wetenschap
Het reeds aangehaalde artikel ‘Het managen van Ethiek & Compliance: een meervoudig perspectief (drs. A. Hoekstra en prof. Dr. M. Kaptein / Tijdschrift voor Compliance – juni 2019)6’ tipte ik al aan als pleidooi voor een meer gedragen verantwoordelijk gedrag, waaraan dient te worden toegevoegd dat dat gedrag ontstaat wanneer gedragsknelpunten ‘met een Ethiek en Compliance (E&C) programma vanuit een meervoudig én dynamisch perspectief worden benaderd’.

Het meervoudige perspectief betreft ‘het inzetten van meerdere samenhangende instrumenten’ én het dynamische perspectief gaat over ‘het volgen van een iteratieve én repetitieve cyclus en dus géén tijdsbestek dat is beperkt tot één moment!’ Aldus dat artikel moeten we op hoofdlijn dan nog het volgende weten:
Een E&C-programma kan worden omgeschreven als een formeel organisatiebeheersysteem om onethisch gedrag te voorkomen en ethisch gedrag te stimuleren. Een dergelijk programma bestaat (volgens de wetenschappelijke literatuur - Kaptein, 2009, p. 89, p. 261-281)8 uit negen componenten of instrumenten, die bij elkaar moeten passen en elkaar moeten versterken.

Globaal geschetst moet er dan gedacht worden aan: ‘gewenste waarden/normen’, ‘een compliance officer’, ‘training’, ‘een meldlijn’, ‘vastgesteld beleid’, ‘doorlichten van ethische structuur en cultuur’ én ‘screening van nieuwe werknemers’. Voor de details hierover verwijzend naar het artikel, blijkt het uiterst relevant dat onderzoek laat zien dat

hoe meer componenten in een E&C-programma zijn opgenomen, hoe effectiever die programma’s zijn.

Ik maak daarbij wel de aantekening dat dit een wissel trekt op het omgaan daarmee door het individu. Net als de organisatie als geheel wordt het individu geacht van top tot teen betrokken te zijn. Onvermijdelijk zullen de nodige mensen een ondersteunende positieve kracht vanuit het management nodig hebben, bijvoorbeeld voor een waarde als ‘aandacht’ om het proces naar een wij-attitude te ondersteunen. Omdat aandacht, voor de koppeling individu en organisatie, reikt tot zowel hoofd- , hart-, handen- en buikniveau een volgend krachtenperspectief.

Een balletvoorstelling slaagt dankzij de samenwerking van alle betrokkenen
Om te duiden dat onze lijven krachten uitdrukken in een organisatie kunnen we, in de lijn van het Creatief/artistiek proces in het IBV-paradigma, gebruik maken van het beeld dat het proces van werken aan de choreografie voor een ballet oproept. Een voorstelling van het evenwicht tussen het individuele en het organisationele, met balans tussen interne- en externe krachten, kan bijvoorbeeld zichtbaar worden met een uitvoering van het Nationaal Ballet (NB). Genietend van de choreografie lijkt het alsof alles vanzelf gaat. Dus als toeschouwer/klant wanen we ons het ballet uitstekend passend in de tijdgeest. We kunnen echter weten dat er om de performance heen een wereld van organiseren zit, met gedragen verantwoordelijkheid en ongetwijfeld een meervoudig én dynamisch perspectief. De hele NB-organisatie moet staan om het ballet tot een succes te maken. Niemand hoeft te twijfelen aan de aanwezigheid van meerdere samenhangende instrumenten én het volgen van een iteratieve en repetitieve cyclus.

We zien met dit voorbeeld dat we met onze lijven mogelijkheden uitdrukken. Dat gegeven op zich is in geen organisatie anders. Hiermee biedt deze voorstelling ons de verleiding vanuit een krachtenperspectief naar het organisationele te kijken. Op het individuele niveau moet er ZICHTBAAR alles aan gedaan worden om klaar te zijn voor de organisationele samenbundeling van krachten!

C. Casuïstiek niet laten overdonderen door het negatieve en oog voor eerherstel

Er wordt hier volstaan met enkele citaten1, omdat het vooral gaat om de boodschap daarvan. Het eerste citaat maakt duidelijk dat er sprake was van een overdondering door het negatieve. In 2019 kwam het Openbaar Ministerie in het nieuws onder de noemer ‘gebrek aan leiderschap’. Er was geen tegenspaak mogelijk en er was angst iets te zeggen.
De praktijk wees mijns inziens uit dat men geheel niet meer wist hoe krachten geduid zouden moeten worden. Daarom schrijf ik daarover:
‘Wij lossen een dergelijk vraagstuk niet op. Verklarende analyses vertroebelen echter de weg van een bewustmakende (zelf)ontdekking om samen uit te vinden wat echt belangrijk is en dan de gemeenschappelijk waarden zijn. Er is een kijk nodig om negatieve emoties om te zetten naar positieve.’

Het volgende citaat maakt duidelijk dat wanneer de praktijk niet meer geduid kan worden, het beslist noodzakelijk is dat het individuele structureel wordt gekoppeld aan het organisationele. Met lapwerk (hoe goed ook bedoeld), bijvoorbeeld alleen de weerbaarheid van een korps tegen corruptie verbeteren terwijl integriteitsaffaires niet inzichtelijk zijn, doe je iedereen tekort.

‘We zien een oplossing dat sléchts een benadering betreft gericht op het individuele en het instrumentele. Natuurlijk moet er geleerd worden om te gaan met de persoonlijke vraagstukken c.q. weerbaarheid. Maar, een tegelijk werken aan de negen componenten van een Ethiek & Compliance programma6 is ook in deze casus onvermijdelijk.’

Het laatste citaat doet de subtitel ‘Koppeling tussen individu en organisatie’ extra eer aan:
‘Er zal toch echt een Idee moeten komen wat vanuit een Creatief/artistiek proces tot een Beeld over integer gedrag leidt.’ Voor het komen tot eerherstel citeer ik de Duitse politiek econoom, geschiedkundige, rechtsgeleerde en socioloog Max Weber (1864-1920) met ‘Het ereaspect van deze professies – namelijk dat men niet alleen innerlijk gedreven is door een eigenbelang, maar óók door een groter belang – dreigt daardoor naar de achtergrond te verdwijnen’. We zien hier mooi het belang van de verhouding tussen het individuele en het organisationele. De kern en krachten van het ere-aspect, als duidelijk sociaal pleidooi voor het relationele, betreffen:

1/ het positiveren van (kern)waarden, vanuit ethisch gedrag dat te gelde te maken moet zijn en
2/ het is nodig elkaar vanuit normen te kunnen aanspreken.

Hiermee zijn we terug bij de focuspunten over krachten uit de introductie van dit artikel. We zien namelijk dat het individuele en het grotere belang onlosmakelijk zijn verbonden!

Het organisationele vanuit spinozistisch perspectief, met geluk en integriteit onafscheidbaar

Na de bovenstaande focuspunten en rijke concepten zullen we ons meer verdiepen in de sociologische benadering van krachten. In de inleiding stel ik dat wij dienen te zoeken naar de beste mix van wijsheden. Ik breng daartoe twee zienswijzen met elkaar in verband om terrein te winnen voor vernieuwingskracht in een organisatie. Er zijn en waren grote namen die onze samenleving veel wijsheid brengen. Vandaag de dag wordt er een beroep gedaan op verantwoordelijkheid nemen voor moeilijke vraagstukken. Spinoza helpt daarbij een handje. In figuur 2 zijn van Spinoza’s gedachtegoed ten eerste de kennissoorten als onderdeel van het Creatief/artistiek proces opgenomen. Ten tweede wordt de betekenis die hij aan emoties (als een affect) gaf als persoonlijke en onderlinge KRACHTEN weergegeven. De bedoeling is daarbij het belang kunnen inzien om emoties als positieve krachten in het sociale verkeer te benutten.
 

‘Kijk op krachten inwerkend op een organisatie vanuit kennissoorten en emoties (als affecten) volgens Spinoza’

Bron: IBV-paradigma uit De Glunderende Organisatie (Bruijn, 2016, p. 92)

 

Uit DGO2 breng ik daarom hier het blijspel naar voren, als een belangrijk element van het Creatief/artistiek proces om de deelnemers aan te sporen tot positiviteit voor vernieuwingskracht. Spinoza brengt blijheid in verband met liefde als ‘Blijheid, vergezeld door de voorstelling van een uitwendige oorzaak’. Die oorzaak is dan iemand die blijdschap opwekt. Wat ik hier mooi aan vind, is het relationele dat dankbaarheid voor de aanwezigheid van de ander oplevert. Ik heb dan ook geen moeite om de centrale waarden in het IBV-paradigma met Spinoza’s definitie van liefde in verband te brengen.’ Het is de verbinding tussen twee van de drie focuspunten! De kennissoorten completeren de brug voor het filosoferen over krachten in organisaties en samenleving.

De tweede zienswijze zet geluk en liefde, net als Spinoza dat deed, in een historisch perspectief en ondersteunt het sociologische discours. Voor een scherpe blik op de relatie tussen affecten en geluk verdient een uitzonderlijk goed artikel de aandacht, namelijk ‘Liefde, integriteit en geluk in organisaties (Roshnee Ossewaarde-Lowtoo / M&O 2016 3/4 - Thema: Inzicht en drijfveren III)7’. De hoofdvraag daarin is: ‘Hoe wij onze integriteit, c.q. heelheid van onze ziel, kunnen bereiken en behouden in organisaties, gegeven onze werk- en leefomstandigheden? Het betoog is dat integerwording, wat eigenlijk een project van karaktervorming is, door de liefde als oermotief voor de ordening van drijfveren mogelijk gemaakt wordt. Zodoende wordt het idee dat de liefde de rede ‘aanstuurt’ uitgewerkt.’

Het volgende citaat uit dit werk, dat ik volledig ondersteun als sociologische benadering van organisatiekrachten, betreft: ‘Dat niemand overbodig of ongewenst is en elkaar wantrouwen en minachten doorbroken kan worden.’ en ‘Tegelijk wordt de heelheid van de ziel, onze integriteit, van oudsher gezien als de voorwaarde voor persoonlijk geluk. Geluk en integriteit zijn, volgens deze gedachtegang, dus onafscheidbaar. Integriteit of de heelheid van de ziel doelt op de ordening van vitale krachten, intellectuele vermogens en drijfveren, maar ook op de juiste prioritering van belangen, belangstellingen of gehechtheden.’

De conclusie, vanuit die ordening en prioritering vanuit de liefde die rede aanstuurt, betreft dan:

‘Heelheid is een voorwaarde voor wijze besluiten. Karaktervorming zou dus de hoogste prioriteit moeten hebben van allen die hoge posities bekleden. Elk mens, heeft de verantwoordelijkheid om aan dit levenslange project te werken.’

Dit onderstreept het pleidooi voor het verantwoordelijkheid nemen voor de verbinding van het individu met de organisatie.

Benoemd dient te worden dat wij met negatieve krachten en negatieve emoties in aanraking komen, waardoor wij veranderen. Dat vraagt bij individuele begeleiding extra aandacht voor deze dynamiek. De ervaring van een betrokkene die een integriteitsschending heeft begaan is ingrijpend, zodat extra aandacht noodzakelijk is om vanuit de beleving van negatieve krachten deze om te buigen naar positieve krachten. Voor dat transformatieproces is er een parallel met het gedachtegoed van Spinoza die hartstochten/emoties (affecten) ziet als direct oorzaken van het handelen tot geluk. De opdracht is negatieve emoties zoals haat en angst ons niet te laten verzwakken, maar trachten deze te ‘vervangen’ door liefde, wat ons bestaansrecht vergroot.
Dit brengt ons bij de verbinding tussen liefde, vertrouwen en integriteit in het ontstaan van het Beeld, zoals figuur 2 toont:

Integriteit zie ik daarom als een resultante van de elementen van het Creatief/artistiek proces, waarvoor liefde en vertrouwen positieve krachten zijn.

Dit proces, met haar facetten, is dus een uitstekende voedingsbodem voor het aansprekende Beeld van integriteit. Als dat is bewerkstelligd, is de kracht van dat Beeld een basis voor het Vormingsproces, ten behoeve van een optimalisering van alle processen (al ordenend en prioriterend) die integer gedrag bevorderen.

Tot besluit

Conclusies
We hebben een opgave ons niet vast te bijten in een ‘ik-jij en wij-zij oordeelattitude’, maar ruimte te geven aan een positieve beweging waarin alle betrokkenen zich verbonden voelen. Feitelijk gaat het telkens om het verbinden van het individuele met het organisationele, vanuit het wegnemen van het tekort aan een sociologische benadering van krachten in organisaties.

Enkele daarvoor geboden aanknopingspunten voor heling zijn:

  • Het benoemde krachtenspel als een positief proces oppakken. Dat activeert vermogens voor een Creatief/artistiek proces om geluk en liefde in organisaties terrein te kunnen laten winnen;
  • Het niet veronachtzamen van een ‘koppeling van het individu en de organisatie’ voor een meer gedragen (gezamenlijke) verantwoordelijkheid en zo te voorkomen dat je er echt alleen voor komt te staan, na een integriteitsschending. Dat gebeurde in de benoemde casus over het Openbaar Ministerie waar men overdonderd werd door het negatieve. Van deze krachten hadden het individu én de organisatie last!;
  • Het omarmen van motieven voor een Beeld dat liefde, vertrouwen en integriteit verbindt. Daarin past dat het belang van eerherstel wordt ingezien. Een belangrijk statement is dat daarvoor bewust kan worden gekozen;
  • Een bekrachtigend pleidooi dat een meervoudig en dynamisch perspectief nodig is. Alleen al daardoor neem je de hele organisatie serieus en daarmee ook het individu.

Voor het bestaansrecht van organisaties is inzicht ‘in zowel krachten binnen als buiten de organisatie, als tussen de organisatie en haar omgeving’ noodzakelijk. Om onlosmakelijk daarvan de tijdgeest te doorgronden, dient er gefilosofeerd te worden over organisaties en samenleving. In iedere casuïstiek zouden we, over ‘liefde als oermotief voor integerwording’ en over ‘inzichten in hartstochten/emoties als direct oorzaken van het handelen tot geluk’ het volgende terug moeten kunnen zien:

  • veiligheid om zaken bespreekbaar te maken;
  • besef dat vermeend dubieus gedrag ten koste gaat van het organisationele;
  • de mogelijkheid een negatieve kracht te ‘vervangen’ door een positieve kracht én
  • zorgen dat veel vertrouwen gewonnen kan worden.

Onmiskenbaar kun je tussen de regels lezen dat we onze positieve kern wakker moeten houden voor het waarderen van het beste in mensen. Liefde moet dan wel in werkwoorden uitgedrukt, met ‘houden van’, ‘liefhebben’ én ‘liefde geven’.

 
Voor de Engelse versie van bovenstaand artikel klik HIER

Literatuur

1
Bruijn, A. (2021) Organisatiekrachten, Integriteit, Geluk en Liefde – Koppeling tussen individu en organisatie. Maassluis: Bruijnontwikkeling. ISBN 978-90-826332-1-4; 28 pagina’s; € 15,00
2
Bruijn, A.  (2016). De Glunderende Organisatie – Vernieuwingskracht in organisaties door verbeelding. Maassluis: Bruijnontwikkeling. ISBN 978-90-826332-0-7; 142 pagina’s.
3
Bruijn, A. (2018). Context integriteit en het bekwamen in integer gedrag. Den Haag: Multiraedt
4
Bruijn, A. (2019). Maatschappelijk leiderschap: positieve weerslag door moed in verantwoordelijkheid. Den Haag: Multiraedt.
5
Raworth, K (2017). Donut Economie - In zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw. Amsterdam: Nieuw Amsterdam.
6
Hoekstra A. en Kaptein M. (juni 2019). Het managen van Ethiek & Compliance: een meervoudig perspectief. Tijdschrift voor Compliance.
7
Roshnee Ossewaarde-Lowtoo (september 2016). Liefde, integriteit en geluk in organisaties. M&O - Thema: Inzicht en drijfveren III.
8
Kaptein, M (2009). Ethics Programs and Ethical Culture: A Next Step in Unraveling their Multi-Faceted Relationship. Journal of Business Ethics.