Alle pensioenregelingen moeten vanwege de Wet Toekomst Pensioenen, die in eerste instantie op 1 januari 2022 zou ingaan maar nu naar verwachting op 1 januari 2023 ingaat, worden aangepast.

Een van de opvallende punten in het nieuwe pensioenstelsel is dat werkgever en medewerkers, behalve de premie, ook een pensioenambitie uitspreken en dat ook moeten vastleggen.

Bij de eindloonregelingen en de middelloonregeling stond vast wat men in principe op de pensioendatum zou verkrijgen. Nu die duidelijkheid in de nieuwe wet is verdwenen zou het koffiedik kijken worden wat de uitkomsten op de pensioendatum zouden zijn.

In de nieuwe wet is daarom opgenomen dat men vastlegt wat de pensioenambitie van het bedrijf is. Iedere vijf jaar wordt dat tegen het licht gehouden en zou er – bij een tegenvallend of zeer positief resultaat- bijgestuurd kunnen worden.
 
Pensioeninkomen

Overgang naar het nieuwe stelsel

Bij de overgang naar het nieuwe stelsel is dat moment een uitgelezen gelegenheid om daar als Ondernemingsraad aandacht aan te besteden. Wat is de ambitie van de Ondernemingsraad en wat is de ambitie van de werkgever. Welk bedrag krijgt men in handen als men afscheid heeft genomen van het arbeidzame leven en hoe verhoudt dit zich tot het laatst genoten inkomen toen men werkte.

Een mooi moment om over deze ambitie overleg te hebben met elkaar. Hoeveel pensioen mag je verwachten voor de maandelijks in te leggen premie?

Het is belangrijk om met elkaar te bespreken op welk pensioenniveau je zo ongeveer wil gaan uitkomen.

De pensioenafspraak wordt immers nu niet meer een afspraak over het te bereiken pensioen maar een afspraak over de hoogte van de premie. De uitkomst daarvan op de pensioendatum is afhankelijk van diverse onbekende grootheden die in de toekomst liggen en dus niet bekend zijn bij het aangaan van de overeenkomst. Kort samengevat moet de premie het verwachte pensioen op gaan leveren.

Onbekendheden zijn onder andere salarisstijgingen, inflatie, rendement, rente, hoe lang moet er worden uitgekeerd etc. We moeten dus voor de berekeningen aannames doen.

Welke vragen kunnen aan de orde komen?

Er kunnen vragen worden gesteld zoals:

  • Hoeveel premie is voor onze medewerkers nodig om tot een pensioen te komen dat we wenselijk achten?
    • Maken we onderscheid tussen de groep medewerkers met de relatief laagste salarissen en de groep staf/kader medewerkers met de hogere salarissen: medewerkers met de laagste salarissen kunnen veelal geen grote stap terug doen qua inkomen;
  • Hoe wordt het beschikbare pensioenbudget verdeeld tussen de verschillende werknemersgroepen?
    • En is het gewenst dat staf/kader medewerkers met hogere slarissen (veel) meer premie gaan ontvangen, of zou er een groter deel naar de laagst betaalden moeten gaan? Wij zien in de praktijk dat de laagst betaalden gewoon de financiële ruimte niet hebben om zelf te sparen voor hun pensioen en om extra pensioenstortingen te doen en zij kunnen veelal moeilijker een stap terug doen in de vergelijking inkomen vlak voor pensionering en hierna;
  • Welk pensioenniveau streven wij na?
    • Vinden wij dat de medewerkers die een volledig dienstverband hebben doorgemaakt bij de werkgever een pensioeninkomen moeten hebben dat in lijn ligt met het huidige netto-inkomen, zo nee, hoeveel mag dit dan lager zijn?
  • Hoe verdelen werkgever en medewerkers de premie?
  • Hoe communiceren wij de keuzes die zijn gemaakt naar de medewerkers?
    • Als ervoor gekozen wordt om een het pensioenniveau op een relatief laag niveau in te steken (en dus veel fiscale ruimte om zelf ook premie in te leggen) zal hier een bepaalde urgentie bij horen zodat medewerkers moeten worden ingelicht en zo nodig zelfs aangespoord moeten worden om zelf ook iets doen. Zo niet, dan krijgen zij mogelijk straks een inkomensprobleem. Als het niveau hoog is mag dit best gepromoot worden.
  • Welke aannames gaan we doen om het te verwachten pensioen te berekenen?

Doel van het pensioen

Veel werkgevers concentreren zich in de regel in eerste instantie op de (huidige) premiehoogte, terwijl het doel van pensioen is dat medewerkers een spaarpot hebben dat een bepaald pensioenniveau oplevert. Idealiter moet dat uitkomen op een vergelijkbaar welvaartsniveau om door te leven na pensionering.

Werknemers zijn niet zo geïnteresseerd in pensioen, maar zijn er wel in geïnteresseerd hoe hoog hun daadwerkelijke inkomen is als zij stoppen met werken (dus inclusief AOW). Pas als dit bekend is kunnen zij besluiten om eventueel extra te sparen (als dit mogelijk is) voor hun pensioen.

Het is onze ervaring dat in veel gevallen totaal onbekend is waarop het verwachte pensioeninkomen uiteindelijk gaat uitkomen. Nu alle pensioenregelingen premieregelingen moeten worden is die onduidelijkheid in beginsel groter.

Bereken de hoogte van het pensioeninkomen

Als de Ondernemingsraad hier belangstelling voor heeft dan hebben wij een Excelsheet uitgewerkt, waarin premies kunnen worden ingevoerd en waarmee de verwachte loonstijgingen, inflatie en redelijk te verwachte rendementen kunnen worden doorgerekend tot een verwachte pensioenuitkomst.

Wij denken dat het belangrijk is dat ondernemingsraden over zo goed mogelijke informatie beschikken bij het overleg met de werkgever en vragen dan ook geen bijdrage voor dit Excel.

Het is goed als de Ondernemingsraad dit punt eens op de agenda zet en goed met elkaar doorneemt en daar een visie op heeft. De data erbij kan enorm helpen bij de visie en de onderbouwing van het uiteindelijke standpunt van de OR.

 

Het Excel bestand is te verkrijgen door een e-mail te sturen naar  GT@pensioen-or.nl.

 

Voor nadere informatie 06-55181615 Gerard van der Toolen