Wet Toekomst Pensioenen, de Ondernemingsraad en het Transitieplan
Eind 2026 moeten alle pensioenregelingen vanwege de Wet Toekomst Pensioenen veranderd zijn.
Veel werkgevers en ondernemingsraden zijn al begonnen met (de voorbereiding op) het wijzigen van hun pensioenregeling. Wetgeving schrijft, onder andere, voor dat voor het veranderen van de pensioenregeling, nadat de Wet Toekomst Pensioenen is ingegaan (de laatste verwachting is 1 januari 2023), een Transitieplan moet worden opgesteld.
Hieronder geven wij enkele punten waarmee de ondernemingsraad rekening mee moet gaan houden als de nieuwe wet is ingegaan.
Wat wordt het nieuwe pensioen?
De meeste pensioenregelingen zijn momenteel gebaseerd op een pensioeninkomen dat afhangt van het gemiddeld verdiende salaris (middelloon). Deze vorm wordt vanaf 2027 helemaal verboden.
Het uitgangspunt wordt hierna dat voor alle werknemers een gelijk percentage premie wordt betaald en dat de premies belegd gaan worden. De hoogte van de pensioenen staan dus niet meer vast.
De pensioenen worden persoonlijker en transparanter.
Naar verwachting zal dit betere pensioenresultaten gaan opleveren.
Alle pensioenregeling moeten dus worden veranderd.
Er is eerbiedigende werking aangekondigd voor premieregelingen die zijn gebaseerd op een leeftijdsafhankelijke premiestaffel. Voor nieuwe werknemers geldt dan dat vanaf 2027 een pensioenregeling met een voor alle werknemers gelijk percentage premie zal moeten gaan gelden dit in tegenstelling tot de overgangsregeling waar de premie voor de medewerkers die voor 2027 in dienst waren wel gebaseerd mag zijn op een leeftijdsafhankelijke premie. Zij mogen hun regeling behouden.
Wie spelen een rol?
Als er sprake is van een Cao met verplichte pensioenregeling bepalen werkgever(s) en de vakbonden de nieuwe pensioenregeling.
Ondernemingsraden hebben hierbij in de regel (voor het deel dat in de Cao is geregeld) geen rol, maar kunnen wel in overleg treden met vakbonden en de werkgever.
De werknemers hoeven in de situatie dat er een CAO is waarin de pensioenen worden geregeld geen akkoord te geven op de verandering van hun pensioen.
Als werkgever en ondernemingsraad de pensioenregeling bepalen is er sprake van instemmingsrecht (WOR art 27.1). De ondernemingsraad kan grote invloed hebben op de nieuwe pensioenregeling.
De medewerkers moeten ook akkoord gaan met de voorgenomen verandering van hun pensioenafspraken.
Voordat een nieuwe pensioenregeling kan worden afgesproken moet een wettelijk voorgeschreven Transitieplan worden opgemaakt.
Het transitieplan
In het Transitieplan (en dit is verplicht voor alle werkgevers) wordt de onderbouwing (met de berekeningen) en verantwoording van de afspraken tussen werkgever en medewerkers vastgelegd en onderbouwd over de evenwichtige stap die gemaakt moet worden naar de nieuwe pensioenregeling.
Het Transitieplan moet volledig zijn afgerond op 1 januari 2025.
De raadpleging rond de nieuwe pensioenregeling moet dan ook al zijn afgerond (uitvoerder kiezen, communicatie ondernemingsraad, eventueel akkoord werknemers etc.)
In het Transitieplan zal de compensatieproblematiek een heel belangrijk punt zijn.
Werknemers moeten een opgave krijgen van zowel het pensioen dat zij mochten verwachten als de pensioenregeling ongewijzigd zou zijn doorgezet als van het te verwachten pensioen vanwege de nieuwe verandering.
Voorbeelden parameters
Er is niet volledig vastgelegd welke aannames moeten worden gebruikt bij de bepaling van het te verwachten pensioen bij ongewijzigde voortzetting van de pensioenregeling en de verwachtingen aangaande de voorgestelde pensioenregeling. Het is van groot belang dat dit zorgvuldige gebeurt. Het gaat immers om het uitgestelde inkomen van de medewerkers. De ondernemingsraad kan invloed uitoefenen op de parameters die voor de berekeningen worden gebruikt.
Voorbeelden parameters:
Van hoeveel salarisstijging tot aan de pensioendatum wordt uitgegaan, welke rendementen zijn realistisch, van welke inflatie wordt uitgegaan, hoe hoog is de verwachte rente, indexatie opgebouwde pensioenrechten, etc.
Er moet worden gerekend volgens de Uniforme Reken Methodiek (URM). Dat is een model dat De Nederlandse Bank heeft opgesteld waarbij 2.000 of 10.000 economische scenario’s worden doorgerekend van super gunstig naar negatief.
Als er sprake is van een pensioenfonds moet aandacht gegeven worden aan het invaren van de bestaande pensioenrechten.
Ook moet worden overeengekomen op welke wijze e.e.a. wordt gecommuniceerd met de werknemer. Dat moet worden vastgelegd in het communicatieplan.
In de memorie van toelichting consultatieversie lezen we op bladzijde 68 het volgende:
Verplichte onderdelen van het transitieplan
“Voorgesteld wordt om voor te schrijven dat het transitieplan enkele verplichte onderdelen moet bevatten. Hiermee wordt geborgd dat alle relevante onderwerpen aan de arbeidsvoorwaardelijke tafel besproken worden. Het transitieplan bevat ten minste de volgende onderdelen:
- Het karakter van de pensioenregeling.
- Informatie over hoe wordt omgegaan met bestaande pensioenaanspraken en pensioenrechten, en de overwegingen die daaraan ten grondslag liggen (‘invaren’). Invaren is hierbij het standaard transitiepad.
- Een overzicht van de effecten per leeftijdscohort (= leeftijdsgroep van vijf jaar) van de overstap op de nieuwe pensioenregeling, berekent aan de hand van de voorgeschreven maatstaven (netto profijt of bruto profijt).
- De gemaakte afspraken over compensatie voor de onder c genoemde cohorten. Een evenwichtige overstap vergt dat het nadeel voor betreffende deelnemers adequaat en kostenneutraal wordt gecompenseerd.
- Een financieringsplan voor de compensatie waarbij inzichtelijk wordt gemaakt in welke mate elke bron ingezet zal worden. Tevens wordt duidelijk gemaakt dat bij onvoorziene omstandigheden de genomen en arbeidsvoorwaardelijke besluiten opnieuw tegen het licht moeten worden gehouden.
- Voor zover van toepassing, de gemaakte afspraken over de initiële vulling van de solidariteitsreserve.”
De werkgever is verantwoordelijk voor het transitieplan en zal deze met de pensioenadviseur en de (beoogde) pensioenuitvoerder opstellen. Het transitieplan maakt deel uit van het instemmingsverzoek. Om deze reden is het logisch dat de ondernemingsraad vanaf aanvang actief meedenkt bij de totstandkoming van het transitieplan. Bijsturen is gemakkelijk tijdens het proces dan als het transitieplan helemaal klaar is.
Mogelijke onderdelen transitieplan
- Uiteenzetting van het proces;
- Rollen, taken en verantwoordelijkheden (wie doet wat?), benoemen coördinator;
- Kennisniveau (eventueel bijspijkeren);
- Inventarisatie huidige pensioenregeling, contracttermijn pensioenuitvoerder, eventueel overgangsrecht, risicohouding;
- Voorgestelde nieuwe pensioenregeling, tender beste uitvoerder, keuzemogelijkheden , etc;
- Verantwoording van de keuzes;
- Gevolgen voor de werknemers (inclusief eventueel invaren van bestaande pensioenrechten) en de slapers/gepensioneerden;
- Compensatie (hou rekening met mogelijk verboden leeftijdsonderscheid);
- Communicatie;
- Overleg met de ondernemingsraad en eventueel een vereniging van gepensioneerden/gewezen deelnemers.
Het is duidelijk dat de wetgever bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel forse eisen stelt aan de onderbouwing van de huidige naar de voorgestelde pensioenregeling. Dit moet worden vastgelegd in het transitieplan. Ondanks dat de datum waarop het transitieplan gereed dient te zijn nog ver in de toekomst lijkt te liggen en wetgeving nog niet definitief is moet veel werk verricht worden. Wij adviseren dringend om hiermee tijdig te beginnen.
Er is geen format dat even ingevuld kan worden en werkgever, pensioenuitvoerder en ondernemingsraad zullen aan de slag moeten. Ook is er nog geen handleiding hoe het proces aan te pakken.
De Stichting van de Arbeid is bezig om een website te maken dat als hulpmiddel gebruikt kan worden.
Als wij een goed format beschikbaar hebben en/of de website van de Stichting van de Arbeid actief wordt, zullen wij dit delen, zodat het werk voor ondernemingsraadsleden wat gemakkelijk gemaakt kan worden.