Wet Toekomst Pensioenen ingangsdatum 1 januari 2023 en medezeggenschap: afwachten of anticiperen?
Het Pensioenakkoord, dat pas na vele jaren krakend en piepend tot stand is gekomen, heeft geleid tot de Wet Toekomst Pensioenen, waarin de afspraken zijn vastgelegd uit het Pensioenakkoord.
Wat verandert er onder de nieuwe Wet Toekomst Pensioenen?
Eindloon, Middelloon en leeftijdsafhankelijke premieregelingen zijn dan niet meer toegestaan. Alle pensioenregelingen gaan er vanaf 2027 vanuit dat alle werknemers een gelijk percentage premie gaan ontvangen, de zogenaamde vlakke premie.
Is er echt geen ontkomen aan?
Voor de huidige deelnemers in de reeds bestaande premieregeling met leeftijdsafhankelijke premie wordt de soep niet zo heet gegeten als deze wordt opgediend.
Er is namelijk overgangsrecht.
Middelloon en Eindloon regelingen kunnen nog worden omgezet naar leeftijdsafhankelijke premieregelingen en de bestaande leeftijdsafhankelijke premieregelingen mogen worden voortgezet als dat voor 2027 (feitelijk moet het overleg tussen werkgever en de Ondernemingsraad zijn afgerond voor 1 januari 2025) helemaal juridisch rond is.
De wetgeving zal naar huidige verwachtingen ingaan op 1 januari 2023 (het is al een keer één jaar uitgesteld). Maar het kan verstandig zijn om al voor deze datum de pensioenregeling te veranderen en gebruik te maken van het feit dat de pensioenregelingen die voor de ingangsdatum van de wet gewijzigd worden.
Of dit voor jullie pensioenregeling interessant is, is het onderzoeken zeker waard en Ondernemingsraden zouden dit onderwerp nu al op de agenda kunnen zetten. De nieuwe wetgeving kent immers weer veel nieuwe bepalingen waaraan de pensioenregeling moet voldoen en deze zijn beslist niet allemaal even gunstig. Wachten tot na 2023 of 2027 kan ook forse gevolgen hebben voor de pensioenkosten of de verwachte pensioenopbouw.
Waarom voor 2023 de pensioenregeling wijzigen?
- Leeftijdsafhankelijke premieregeling blijft toegestaan voor de nu reeds bestaande deelnemers aan de pensioenregeling
- Omzetting Eindloon en Middelloon toegestaan naar leeftijdsafhankelijke premieregeling die gerespecteerd blijft
- In de nieuwe wet wordt aangegeven binnen welke kaders er gecompenseerd moet worden
- Meer vrijheid bij het vaststellen van de compensatie in 2022
- De premie plus compensatie kan bij pensioenverandering na 2023 substantieel hoger uitvallen bij pensioenverandering voor 2023
- Geen verplichting om een Transitieplan op te stellen:
- Geen verplichting om een Communicatieplan op te stellen
- Nieuwe werknemers ontvangen na 2027 (of al na 2023) de vlakke premie en zo zijn er twee pensioenregelingen. Daar valt niet aan te ontkomen
Wij hebben de belangrijkste punten vastgelegd voor de navolgende veranderingen
Van Eindloon, Middelloon of leeftijdsafhankelijke premieregelingen naar:
- een vlakke premie voor 1 januari 2023
- een leeftijdsafhankelijke premiestaffel maar na 1 januari 2023
- een vlakke premie na 1 januari 2023
Indien jullie dat stuk wensen te ontvangen stuur dan svp een e-mail naar info@pensioen-or.nl
Er zijn veel opties en de gevolgen van de te maken keuzes kunnen behoorlijke impact hebben op de kosten en hiermee op de af te spreken hoogte van de compensaties. Het is belangrijk om hierop vanuit de medezeggenschap al in een zo vroeg mogelijk stadium invloed uit te kunnen oefenen. Ondernemingsraden en werknemersvertegenwoordigingen kunnen dit op de agenda van het periodiek overleg met de werkgever zetten.
Uitleg termen uit de Woordenlijst Wet Toekomst Pensioenen:
Middelloon bij een verzekeraar: de verzekeraar garandeert dat je het afgesproken pensioen ook daadwerkelijk krijgt. Het pensioen kan bijvoorbeeld 1,75% per gewerkt jaar zijn. Dit wordt na ingang levenslang uitgekeerd;
Premieregeling: in tegenstelling tot het pensioen wordt de premie afgesproken met de werkgever. Deze premie wordt belegd en dus is niet bekend hoeveel pensioen de jaarlijkse inleg plus het rendement daadwerkelijk gaat opleveren;
Leeftijdsafhankelijke premie: de hoogte van het percentage dat de werknemer ontvangt stijgt (volgens een staffel) met de jaren;
Vlakke premie: alle werknemers ontvangen na ingang van de Wet Toekomst Pensioen en gelijk percentage premie van het pensioengevende salaris -/- de franchise;
Overgangsbepaling: of eerbiedigende werking: werknemers die al een premieregeling hebben met leeftijdsafhankelijke premie mogen deze (mits deze niet op grote punten worden veranderd) houden tot aan hun pensioendatum zolang zij in dienst blijven bij deze werkgever;
Compensatie: als de werkgever voorstelt om de pensioenregeling te veranderen is het natuurlijk niet de bedoeling dat werknemers erop achteruitgaan. Zij worden schadeloos gesteld voor deze achteruitgang. Niet alle werkgevers willen dit, maar dan ga je natuurlijk ook niet zomaar akkoord;
Transitieplan: Als de pensioenregeling wordt veranderd nadat de Wet Toekomst Pensioen is ingegaan is (de pensioenadviseur van) de werkgever verplicht om een transitieplan dat aan de eisen van de Wet voldoet te maken en ter goedkeuring aan te leveren bij de pensioenuitvoerder. In het transitieplan worden een aantal stappen beschreven die genomen moeten zijn om te komen tot de nieuwe pensioenregeling;
Communicatieplan: Als een pensioenregeling wordt veranderd moet gevraagd worden of de medewerker akkoord gaat met de verandering. De werkgever moet alle informatie geven die van belang is om ervoor te zorgen dat de werknemer een weloverwogen keuze maakt. Als niet alle informatie is gegeven kan een werknemer later op de pensioenverandering terugkomen en schadevergoeding vragen.
Franchise: Je bouwt pensioen op over je salaris, maar niet over je hele salaris. Dit hoeft ook niet (en mag ook niet) want de overheid heeft al voor een basispensioen gezorgd. De AOW. Een deel van je pensioen heb je dus al. Bij de berekening van jouw pensioenopbouw wordt hiermee rekening gehouden. Voordat de premie wordt vastgesteld of het pensioen wordt berekend wordt eerst een aftrek (de franchise) gedaan.
Mooi stuk informatie! Ook vanuit gepensioneerdenverenigingen is hier uiteraard belangstelling voor in het kader van het hoorrecht.
Beste Gerard vander Toolen Graag hoor ik van u hoe de invaring van de gepensioneerden geschied in 2023. En welke financieele gevolgen dat heeft. Met uw achtergrond opleiding en inzicht. In hoeverre kan dit nieuwe stelsel nog worden gestopt wetmatig, Gelet op de alternatieven gebaseerd op de 2100 miljard die in de potten zit en waarmee ook een volledig premievrij pensioen voor de verplicht gestelde fondsen haalbaar is. De rekenrente is cruciaal. Het huidige FTK wat ook in het nieuwe stelsel terug komt, is volkomen naast de werkelijkheid, Gelet op alle andere europeese pensioenstelsels waar een andere methode wordt voorgestaan die gewoon werkt en dus ook hier op ons pensioenstelsel zou kunnen worden gehanteerd. Deze naar mijn mening geheel geframde operatie van overheid werkgevers vakbonden en Netspar, heeft maar een doel, de stichtingen pensioenfondsen ombouwen naar het verzekeraars princiepe. Overname door verzekeraars wordt dan makkelijk. Wij hebben nooit om aparte potten gevraagd de verzekeraars wel. Het doir Rutte ingestelde FTK wirdt hier als crux gebruikt om privaat uitgesteld loon te confisceren zonder bezwaarrecht van de eigenaar, en verdeeld over deelnemers die nog 40 jaar moeten bijdragen. Kunt u duiden wat er waarom de huidige rekenrente moet zijn wat hij is. Anderzijds wat bij bij 3% rekenrente, vergelijkbaar gemiddeld in andere landen, de indexatiekracht en de continuïteit van de huidige verplicht gestelde fondsen kan zijn mede gebaseerd op een langdurig resultaat van 2% op beleggingen vanaf de beurscrash in 1932. U mag mij ook privé mailen natuurlijk. Will
Namens Gerard van der Toolen: Beste Will, Hieronder antwoorden op uw vragen, als u meer informatie wil, dan weet u mij te vinden. Invaren: Uitgangspunt van de Wet Toekomst Pensioenen is dat bij pensioenfondsen (dus niet bij verzekeraars en PPI's) ingevaren wordt. Hoe dit precies gaat gebeuren is nog niet bekend omdat de parlementaire behandeling nog moet gaan plaatsvinden (en er vanuit het pensioenadviesvak erg veel vragen zijn gesteld). Onder andere omdat er de afgelopen jaren bij veel pensioenfondsen niet geïndexeerd mocht worden (dekkingsgraad te laag) is bedacht dat als het pensioen wat minder zeker zou worden gemaakt de kans op indexaties groter zou worden. Dit is uiteraard waar. Dit betekend wel dat het pensioen minder zeker wordt en meer zal gaan schommelen. Het is de bedoeling dat de waarde van het opgebouwde pensioen van iedere werknemer berekend wordt en wordt ingebracht (ingevaren) in een pensioen in het nieuwe stelsel. Het is dus niet de bedoeling dat er geld wegsijpelt, maar gezien de kosten van deze transitie ben je in ieder geval behoorlijk wat administratie/advies/etc kosten kwijt. De beleggingen in het nieuwe stelsel worden meer individueel zodat werknemers dagelijks kunnen zien hoeveel geld er voor hen in de pot zit. Of het allemaal beter wordt is volgens mij maar de vraag, maar als je minder zekerheid biedt, is de kans op een hoger pensioen (zeker op termijn) wel groter. Maar een schommelend pensioen is ook niet optimaal. Stoppen nieuwe stelsel: er is een ruime Kamermeerderheid die het wel ziet zitten in de nieuwe wet, dus stoppen zie ik niet zomaar gebeuren. Het hoeft volgens mij ook niet slechter te zijn, omdat de verplichtingen volgens het huidige systeem (de toekomstige uitkeringen) worden berekend op basis van de risicovrije rente en deze is heel laag. Dit is gedaan om schommelingen zoveel mogelijk tegen te gaan en de pensioenafspraken zoveel mogelijk kunnen worden nagekomen. Door wat meer onzekerheid in te bouwen (in het nieuwe systeem) is er een kans (let op het blijft een kans) dat (zeker op termijn) de pensioenen wat beter kunnen worden (maar met meer onzekerheid en schommelingen in de hoogte). Volledig premievrij pensioen gezien € 2.100 Miljard: Hierbij wordt er vanuit gegaan dat in de toekomst een hoger rendement wordt behaald dan waarmee nu wordt gerekend. De huidige dekkingsgraad (bezittingen van het fonds/verplichtingen) laat niet eens indexaties toe. Het probleem zit er dus in dat als je de berekeningswijze van de verplichtingen loslaat (er vanuit gaan dat er in de toekomst een hoger rendement wordt behaald dan de risicovrije rente) je ook in de problemen kunt komen als minder rendement wordt behaald en hiervoor is niet gekozen. Deze stelling at er dus voldoende geld in de pot zit voor een premievrij pensioen deel ik op basis van de huidige rekenregels dus niet. Zou je hiervoor kiezen maak je het pensioen (in de toekomst) dus veel onzekerder. Framen: zekerheid kost geld en de bedoeling is dat als je wat afspreekt dit ook wordt nagekomen. Dit is de reden dat de dekkingsgraad met voorzichtige aannames berekend wordt. Ik ben ook van mening dat er best met een wat hogere rekenrente dan de risicovrije rente gerekend zou mogen worden. Overigens is een ander belangrijk uitgangspunt van de Wet Toekomst Pensioenen dat de doorsneepremie wordt afgeschaft. Het is bij velen een doorn in het oog dat jongeren voor ouderen betalen (ook hiermee ben ik het niet eens). Dat het de bedoeling van de wetgever is dat pensioenfondsen om zeep worden geholpen zodat verzekeraars bevoordeeld worden geloof ik ook niet zo, maar misschien ben ik te blond. Dat het gevolg van de Wet Toekomst Pensioenen is dat veel pensioenfondsen ermee zullen stoppen denk ik wel. Het in de lucht houden van pensioenfondsen kost heel veel geld (door toezicht, beleggingen, administratie, etc) en dit geld wordt dan niet gebruikt voor pensioenen. Maar als pensioenfondsen het beter doen dan verzekeraars en PPI's zie ik ook werkgevers overstappen van verzekeraars naar pensioenfondsen. Uiteindelijk gaat het erom dat de beste uitvoerder voor de pensioenregeling gezocht wordt. Confisceren: Dit zie ik niet zo. Medewerkers hebben pensioen en het is de bedoeling dat het beter wordt (weliswaar door minder zekerheid te bieden, maar de afgelopen jaren gaat door het uitblijven van indexaties het ook niet zo goed). Bezwaarrecht: hier ben ik het ook niet eens. De Pensioenwet biedt de mogelijkheid om bezwaar te maken en dit vind ik een erg belangrijk recht. Het gaat om het uitgestelde inkomen van werknemers en ik vind dat zij hier ook iets over te zeggen hebben. Aan de andere kant pakken keuzes ook niet altijd goed uit. Zeker als er sprake is van een complexe vraag. De partijen die er nu naar verwachting over gaan beslissen hebben ongetwijfeld meer kennis dan de meeste werknemers en ik ga er vanuit dat zij best een goed keuze zullen maken, maar desondanks vind ik een individueel bezwaarrecht van groot belang. Rekenrente: wettelijk is bepaald dat de rekenrente waarmee de verplichtingen worden bepaald wordt afgeleid van de risicovrije rente. Gemakshalve kun je stellen dat (omdat beleggingsopbrengsten in de toekomst onzeker zijn en zekerheid van de pensioenen belangrijk is) het realistisch is dat met voorzichtige aannames voor te behalen rendementen in de toekomst gerekend wordt. Om nou uit te gaan dat je bijna geen rendement behaald, terwijl dit de afgelopen jaren gemiddeld aanzienlijk hoger geweest is vind ik persoonlijk te strak. Als je kijkt naar beleggingen over de laatste honderd jaar zie je dat (veel) meer rendement is behaald dan de risicovrije rente, dus zou je volgens mij ook best rekening mogen houden met een wat hogere verwachting. Probleem is dat als je nu teveel uitkeert, je dit in de toekomst tekort kunt komen. Hartelijke groet,