Waarom is er een orde(verstoring)?
Niet alle regels leiden tot spontane orde. Daarom dient een theorie van zelforganiserende systemen aan te geven welke regels nodig zijn om tot een bepaalde (spontane) orde te komen.
Hoe kom je tot orde?
De analyse richt zich op systemen van gedragsregels en de daaraan gerelateerde ordes. Dan blijkt dat alleen abstracte regels tot samenhang leiden. In cybernetische termen: samenhang gebaseerd op individuele beslissingen kan alleen bereikt worden door variëteit terug te brengen. En dat kan alleen door de toepassing van abstracte regels.
In een complexe omgeving kan alleen gestuurd worden met behulp van een algemeen geformuleerde missie en een generieke toewijzing van breed geformuleerde functies (anderhalve meter). Het gaat om een beperkt aantal basale gedragsregels. Het systeem wordt zo ontworpen dat zij in staat is zich aan te passen en te leren, en het vermogen heeft zich verder te ontwikkelen.
Impact van autopoietische systemen
Hoe past dat nu op de context van ordeverstoringen? Afhankelijk van de vaststelling van het systeem kan daarmee de relatie tussen burger en overheid nader worden ingevuld. Door systemisch te kijken kan een dialoog worden gevoerd op basis van communicatieve rationaliteit: hoe kan de interactie optimaal worden vormgegeven? Daar ligt een groot probleem door sociale media.
Het gebruik ervan neemt in toenemende mate het karakter van een gesloten (autopoietisch) systeem. Het autopoietisch vermogen gaat over het in stand houden van het organisatiesysteem zoals het is (identiteit). Je kunt dus alleen maar zien zoals je zelf bent. Afwijkende informatie wordt niet toegelaten. Kern van het vraagstuk is nu dat communicatieve rationaliteit en autopoietisch zien haaks op elkaar staan.
Inzet transcendenteel vermogen
In systeemtermen is nu inzet van een transcendenteel vermogen nodig: dat betreft de toekomst van een systeem. Het herscheppen van het eigen systeem leidt tot een hogere fase van complexiteit en differentiatie en daardoor tot overleven. Wat is dan nodig: intensieve interactie tussen betrokkenen; de interactie is dynamisch: intensiteit, frequentie en kwaliteit van de interactie; verbinding binnen/buiten, om kunnen gaan met onvoorspelbaarheid; interactie is soms stabiel maar kan heel snel veranderen; voorkomen van onbeheersbaarheid: emergente interactiepatronen waar weer aanpassingen nodig zijn.
Kern is toepassing van intelligentie over de omgeving en de energie richten om met het voorgaande om te gaan. Iets meer humor helpt ook (grapje: Baudet is ezel in het Frans; Thierry: Dirk. De vertaling geeft een ander autopoietisch blikveld).
Literatuur
Kessener, B. en L. van Oss. (2019). Meer dan de som der delen. Systeemdenkers over organiseren en veranderen. Management Impact
Zuyderhoudt, R. (2007). Op zoek naar synergie. Omgaan met onoplosbare problemen. Proefschrift. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam.