Wanneer delen we dezelfde werkelijkheid?
Ontwikkeling identiteit
Wat de werkelijkheid is, is uiteindelijk wat een voldoende aantal mensen de werkelijkheid noemt. De sociale werkelijkheid wordt geconstrueerd door de handelingen van een actor. De identiteit ('self') van mensen komt tot stand in de interactie met anderen. Door het voortdurend interpreteren en definiëren van het gedrag van anderen en door het internaliseren van houdingen en rollen ontwikkelt zich de identiteit.
Invloed van bubbels
Mensen hebben interacties in steeds wisselende situaties die door hen als werkelijk gedefinieerd worden. Deze situaties worden door deze definitie ook inderdaad werkelijk, doordat mensen volgens deze definities gaan handelen: "if men define situations as real, they are real in their consequences" . Dat zie je door de bubbel werkelijkheid van sociale media nu versterkt terugkomen. Doordat de bubbel als werkelijkheid wordt gezien, wordt er ook op die manier gehandeld.
Interpretaties geven per definitie geen objectief beeld van de werkelijkheid. Verschillende perspectieven leveren beschrijvingen van verschillende werkelijkheden. De oordelen die actoren vellen over gebeurtenissen zijn gebaseerd op hun perspectief, hun opvattingen, waarden en vooronderstellingen, kortom hun interpretatiekaders die zij ten aanzien van het specifieke vraagstuk hebben.
Betekenisuitwisseling
Organiseren komt overeen met taalregels die het voor de actoren mogelijk maken betekenisvol met elkaar om te gaan. De vraag is nu hoe je onze samenleving zo organiseert dat zinvolle betekenisuitwisseling mogelijk is.
Besturen wordt gebruikt als een werkwoord om duiding te geven aan werkpraktijken waarin gerichte beïnvloeding vorm krijgt via taal. Organiseren draait in dit perspectief om het vinden en vaststellen van regels om tot afstemming te komen. De grammatica biedt voorspelbaarheid op grond van onderlinge afspraken die we bewust of onbewust navolgen en zorgt er zo voor dat ons gebruik van taal ook betekenisvol wordt voor anderen.
Werking van veronderstellingen
Onze kennis construeren we zelf en daardoor zijn we voortdurend gedwongen onze eigen veronderstellingen te toetsen: deze zijn misschien niet meer geldig in de wereld die wijzelf hebben helpen te veranderen. Communiceren is er dan ook op gericht elkaar te corrigeren en te motiveren inzake het uitstippelen van veranderingen, die we zelf als noodzakelijk ervaren. Een veranderkundig model vereist continue toetsing en bijstelling.
Taal wordt vooral belangrijk in situaties die meer ambigu worden. Informatie in bubbels is vaak onbetrouwbaar, bevooroordeeld, toevallig en bewust misleidend. Het problematiseren van bepaalde gebeurtenissen in een organisatie komt door de werkelijkheidsconstructie van de waarnemer. Dus niet: 'Ik geloof het, wanneer ik het zie", maar 'Ik zie het, wanneer ik het geloof' (Weick). De begrippen die gebruikt worden bepalen de reductie van de werkelijkheid. Hier ontstaat het huidige probleem om tot een werkelijkheid te komen die voor iedereen leidt tot effectieve interventies.
Zelfreflectie
Leren biedt een mogelijkheid om te reflecteren en daardoor ervaringen te definiëren die niet alleen op het eigen inzicht (zelfreferentie) zijn gebaseerd, maar ook op de interactie met anderen. Dat gaat nog een lange weg worden.
Literatuur
Cornelis, A. (1990). Logica van het Gevoel. Filosofie van de stabiliteitslagen in de cultuur als nesteling der emoties. Amsterdam: Boom
Watzlawick, P. (1989). Münchhausens ladder en Wittgensteins ladder. Uit de greep van de werkelijkheid. Deventer: Van Loghum Slaterus, 1989
Weick, K.E.(1979) The social psychology of organizing. New York: Random House
Woldendorp, H., H. de Groot, T. Woldendorp en C. Boven. (2022). Zie je big picture. Transformeer succesvol! Amsterdam: SWP