Het belang van houdingsleren bij toezichthouden
Belang van reflectie
De werkelijkheid om ons heen wordt complexer. Het risico is dat die toenemende complexiteit het steeds moeilijker maakt om adequaat te handelen. De traditionele manier om nog meer informatie te verzamelen of nog meer plannen te maken kon wel eens niet de goede route zijn. Daarom is het belangrijk inzicht te hebben in houdingsleren (Stubbé): je bent dan in staat te reflecteren hoe je tot beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming (BOB) bent gekomen (inzicht in eigen gedrag).
Dat betekent dat besturen en toezichthouden zich in een weinig planbare context plaatsvinden en er sneller gereageerd en geacteerd moet worden. Er zullen zich vaker momenten voordoen waarin moet blijken of de raad van toezicht en raad van bestuur dezelfde interpretaties van afspraken en taak- en rolverdeling hebben. Er zijn veel gevallen in de afgelopen jaren waar bestuur en toezicht ter discussie werden gesteld. Vaak had dat te maken met verkeerde motieven bij besluitvorming en een ongezonde cultuur.
Bestuurlijk dilemma
Bestuurders komen voor een organisatiekundig dilemma te staan. Enerzijds zal een bestuurder variëteit en complexiteit moeten terugbrengen naar bestuurlijk hanteerbare proporties, terwijl de bestuurder anderzijds een enorme variëteit moet hebben en veel informatie moet toelaten. De vraag is of de bestuurder in staat is deze informatie te filteren naar de Raad van Toezicht op een manier dat deze de eigen verantwoordelijkheid (nog) kan waarmaken. En of de Raad van Toezicht bij deze complexiteit de eigen rol nog weet te vervullen?
Het gaat om vertrouwen
Om koers te houden in deze complexiteit is vertrouwen nodig binnen de Raad van Toezicht en tussen de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur. Toezichthouden is dus een ingewikkeld spel aan het worden. Wat helpt is het expliciteren van ieders wereldbeeld, de visie op de eigen taak en de wederzijdse verwachtingen. Hierdoor ontstaat inzicht in houdingsleren: inzicht in elkaars houding, gedrag en handelingen waardoor wederzijds respect, vertrouwen en openheid ontstaat.
Kwaliteit van informatie
De noodzaak om extern verantwoording af te leggen en de organisatie in staat te stellen te leren vereist verschillende soorten en niveaus van informatie die complementair aan elkaar zijn. Een goede uitvoering van zijn taak vraagt van de raad van toezicht de verantwoordelijkheid om zelf de kwaliteit van de benodigde informatie te bevorderen.
Voor de Raad van Toezicht betekent dit dat hij moet kunnen schakelen tussen beoordelen en toezichthouden en adviseren en klankborden wanneer de situatie dit vereist. Bovendien moet de Raad van Toezicht in staat zijn de (aangereikte) informatie op waarde te beoordelen. Dit heeft gevolgen voor de informatie-eisen: informatie moet input leveren voor vervulling van elke taak/rol, maar ook aanvullend zijn om het beeld compleet te maken.
Uiteindelijk gaat het in toezicht en bestuur om de vraagstukken die op de tafel liggen van Raad van Toezicht en Raad van Bestuur. Zonder kennis van de systeempatronen in de eigen organisatie is dat echter niet haalbaar.
Literatuur
Malik, F. (2012. The right corporate governance. Effective top management for mastering complexity. Campus Verlag, 2012.
Stubbé, T. (2014). Reflectie & governance bij semipublieke organisaties. BlauwBV
Woldendorp, H. en A. Jeninga. (2018). Organisaties ontwarren. Systemisch kijken, denken en doen binnen de gezondheidszorg. Amsterdam: SWP