Zijn we flexibel genoeg om met veranderingen te kunnen omgaan?
Wat zegt de evolutie?
Het aardige is dat we evolutionair een groot aanpassingsvermogen hebben om met veranderingen om te gaan. Toch geloven veel mensen dat we na volwassenheid onveranderlijk zijn. De huidige technologische ontwikkelingen zijn vanuit biologisch perspectief moeilijk bij te houden. Gelukkig hebben we daarom ook een culturele evolutie. Wat wel onveranderlijk is, is de drang tot overleving.
Nature of nurture?
Niet alleen je vermogens, maar ook persoonlijkheidskenmerken en interesses ontwikkelen zich gedurende je levensloop. Je gedrag wordt zowel bepaald door genetische (nature) als omgevingsfactoren (nurture). Uit onderzoek naar variatie in lichamelijke, psychische en sociale eigenschappen blijkt dat de gemiddelde bijdrage van erfelijkheid (nature) 49% is en 51 % dus aan de omgeving kan worden toegeschreven. Die voortdurende wisselwerking tussen nature en nurture maken de persoon die je bent geworden en nog steeds aan het worden bent. De persoonlijkheid van iemand komt tot uiting in zijn of haar gedrag.
Toekomstbestendig
Het lijkt dat onze persoonlijkheid stabiel is, maar dat komt juist doordat de omgeving waarin we leven hetzelfde blijft. Als dat niet zo is zien we nieuwe persoonlijkheidskenmerken. Bij innovaties geldt dat in het begin nieuwe risico’s (kunnen) ontstaan. Het daarmee omgaan vergt cognitieve vaardigheden zoals denken in scenario’s, anticiperen op onvoorziene omstandigheden en het nemen van voorzorgsmaatregelen. Mensen met deze vaardigheden hebben een voorsprong bij de gevolgen van de digitale transformatie: deze transformatie vraagt immers om een groter aanpassingsvermogen dan voorheen.
Jan Rotmans geeft dat toekomstbestendigheid bepaald wordt door je mate van wendbaarheid. Wendbare mensen hebben de volgende de volgende competenties en persoonskenmerken: het vermogen om te leren van ervaringen en dat toe te passen op nieuwe situaties; nieuwsgierig zijn en die honger naar nieuwe kennis praktisch kunnen vertalen; vertrouwen hebben in zichzelf en ook in anderen; verandering niet als een bedreiging maar als een kans zien; bereid zijn om te falen en niet bang zijn om fouten te maken; mentaal flexibel zijn en zich voortdurend kunnen aanpassen aan nieuwe situaties; samen kunnen denken en co-creëren met mensen met een andere achtergrond en uit een andere cultuur; niet meteen in oplossingen denken, maar vragend op zoek gaan; onzekerheid accepteren en beslissingen durven nemen onder onzekerheid.
We kunnen flexibel zijn!
Je kunnen aanpassen gaat niet zozeer om het vermogen tot veranderlijkheid (dat hebben we allemaal) maar om de flexibiliteit van denken, voelen en handelen die onze persoonlijkheid toelaat. Veel aanpassingen vinden overigens automatisch plaats bijvoorbeeld doordat we volwassen worden. Het blijkt verder dat tot onze hersenen zich tot hoge leeftijd kunnen aanpassen.
Het goede nieuws is dus dat hoewel veel veranderingen plaatsvinden we flexibel genoeg zijn om daar mee om te gaan. Ons vermogen tot aanpassen wordt vaak onderbelicht omdat we nauwelijks zien dat we continu veranderen. Omdat nurture net zo belangrijk is als nature bepalen we zelf grotendeels wie we willen zijn. Vanuit die mogelijkheid bieden intenties en wensen ruimte om te handelen (houd daarbij wel rekening dat onbewuste processen ons regelmatig voor zijn).
Verheul: "wie we zijn, bepalen we grotendeels zelf" (350).
Literatuur
Rotmans, J. (2017). Omwenteling van mensen, organisaties en samenleving. Amsterdam: De Arbeiderspers
Verheul, R. (2022). Homo plasticus. Over het menselijk aanpassingsvermogen. Utrecht: Ten Have
Woldendorp, H., H. de Groot, T. Woldendorp en C. Boven. (2022). Zie je Big Picture. Transformeer succesvol! Amsterdam: SWP