Pensioenvergelijkingen: hou rekening met inflatie
Vanwege nieuwe pensioenwetgeving (Wet toekomstpensioenen of Wtp) moeten alle pensioenregelingen de komende jaren worden veranderd. Dat zal ongetwijfeld tot pensioenvergelijkingen leiden.
Wijziging van een pensioenregeling is instemmingsplichtig (ondernemingsraad plus medewerkers bij afwezigheid van een Cao) en naast de vergelijking of niemand erop achteruitgaat (en dus gecompenseerd zal willen worden) wordt ook een ambitie afgesproken.
Hoe hoog zou ons pensioen zo ongeveer gaan worden en hoe groot is de kans dat dit ook daadwerkelijk wordt gehaald?
Het afspreken van een ambitie is bij de solidaire regeling verplicht en bij de flexibele pensioenregeling logisch en kan met de werkgever worden afgesproken.
Als je met een gepensioneerde praat over financiën gaat een van de eerste opmerkingen over het achterblijven van pensioenen bij de inflatie of bij de koopkracht. Gepensioneerden vinden dit, begrijpelijk, zeer belangrijk.
De afgelopen jaren hebben de meeste pensioenen de inflatie en de koopkracht niet bijgehouden. Voor inflatiebescherming werd echter ook geen premie betaald, dus dan is het ook niet onlogisch dat inflatie en koopkrachtbehoud achterbleven. Sociale partners gaven in het verleden vaak de voorkeur aan salaris boven hogere pensioenpremies.
In de transitierapporten van pensioenfondsen zien wij dat naast een geambieerde hoogte van de pensioenen ook gerekend wordt (met een grote kans) dat de pensioenen verhoogd kunnen worden. Hierop wordt de premie afgestemd.
Nu vanwege de Wtp nieuwe keuzes gemaakt moeten worden is het wellicht een logische overweging om niet alleen uit te zoeken hoeveel premie benodigd is voor een gewenst pensioen, maar ook een kans in te (laten) rekenen dat de pensioenen na ingang (bij overlijden voor de pensioendatum en het pensioen dat levenslang wordt uitgekeerd aan de oud werknemer) naar verwachting ook daadwerkelijk kunnen worden verhoogd.
We zullen immers inflatie houden.