middelloonpensioenenAlle pensioenregelingen moeten uiterlijk 1 januari 2028 worden aangepast aan de Wet toekomst pensioenen (hierna: de Wtp). Dit geldt dus ook voor de huidige middelloonregelingen; deze zijn vanaf 2028 niet meer toegestaan en moeten gestopt worden.

De pensioenregeling wordt ‘premievrij gemaakt’: er wordt geen premie meer betaald en het opgebouwde pensioen groeit niet meer aan. Aangroei vindt plaats in de nieuwe pensioenregeling maar dan in de vorm van pensioenvermogen en dus geen pensioenaanspraken meer.

 

Middelloonpensioen bij een pensioenfonds opgebouwd

Als het middelloonpensioen bij een pensioenfonds is opgebouwd zullen sociale partners afspraken met elkaar maken om de al opgebouwde en ingegane pensioenen te blijven verhogen na ingang van de pensioenhervormingen. Dit kan bijvoorbeeld op het moment van omzetting naar de nieuwe regeling door het vrijvallen van bestaande buffers, maar ook in de toekomst uit bijvoorbeeld beleggingsopbrengsten.

 

Middelloonpensioen niet bij een pensioenfonds opgebouwd

Maar hoe zit dit nu bij een middelloonpensioen dat niet bij een pensioenfonds is ondergebracht maar bij een verzekeraar is geregeld? Deze pensioenen worden niet ingevaren in het nieuw te vormen persoonlijke pensioenvermogen en blijven dus ‘gewoon’ staan bij de verzekeraar. Zij renderen dus niet mee met het beleggingsrendement dat behaald wordt op dat nieuw gevormde pensioenvermogen.

 

Indexaties

Indexaties zijn een erg belangrijk onderdeel van pensioen. De kosten voor levensonderhoud zullen naar verwachting ook in de toekomst blijven stijgen en zonder regelmatige verhogingen van de pensioenen (zowel voor als na ingang van het pensioen) wordt het pensioen door inflatie uitgehold. Pensioenen die bij een verzekeraar zijn opgebouwd worden na ingang van de Wtp niet zondermeer verhoogd en hieraan zal dus extra aandacht moeten worden besteed.

 

De nieuwe pensioentoezegging onder de Wtp laat al opgebouwd pensioen buiten beschouwing

De nieuwe pensioentoezegging onder de Wtp wordt een zogenoemde premieregeling en als de premie die bedoeld is voor de pensioenopbouw (beter: pensioenvermogen) ergens tussen de 25% en 30% van de pensioengrondslag ligt, mag een redelijk tot goed pensioen worden verwacht. Wij schreven hier eerder een notitie over.

 

Maar dit gaat dan over de pensioenopbouw vanaf het moment dat de pensioenregeling is veranderd.

Het mogelijke probleem van het missen van verhogingen van het al opgebouwde pensioen is dan nog niet getackeld. Er moeten dus extra middelen komen om de kosten voor het verhogen van al opgebouwde en al ingegane pensioenen te kunnen voldoen.

 

De Wtp biedt tijdelijk 3% extra fiscale ruimte om compensaties te betalen maar dit geldt alleen voor actieve deelnemers met opbouw van pensioenvermogen. Hiermee kan (waarschijnlijk maar een deel) van de indexatie van het opgebouwde pensioen via een omweg worden gefinancierd; niet het opgebouwde pensioen zelf wordt verhoogd, maar het pensioenvermogen wordt extra verhoogd. Maar voor de opgebouwde pensioenen van slapers en de ingegane pensioenen kan deze compensatiepremie niet worden gebruikt.

Een betere oplossing is dat de werkgever bij de verzekeraar een rentedragend indexatiedepot opent waarin de werkgever regelmatig bedragen stort en waaruit dan de kosten voor de indexaties kunnen worden voldaan. Of de werkgever vraagt jaarlijks aan de verzekeraar hoeveel hij moet betalen voor verhoging van de opgebouwde pensioenen. Deze extra betalingen van de werkgever vallen niet onder de kostenmaximering van 30% (tijdelijk 33%) voor pensioenopbouw.

 

Aandacht voor het al opgebouwde pensioen en de hierbij behorende verhogingen moet als vraag of de pensioentransitie evenwichtig is (rekening houden met de belangen van alle deelnemers aan de pensioenregeling) beantwoord worden. Zie hiervoor ook hoofdstuk 4 van het transitieplan: “Hoe wordt omgegaan met opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten?”. U kunt er dus niet omheen!

 

 

Augustus 2024,

Gerard van der Toolen van OR-Pensioenadviseurs

Léon Zijlmans van Zijlmans Pensioen Advies