Zijn nieuwe woonvormen de oplossing of gaat het om bestaande woningen?
Integrale benadering
In InfraVitaal (www.infravitaal.nl) hebben we expertise op het gebied van de digitale transformatie van gebouwen en locaties, industrieel circulair bouwen, energieregulering en ouderenhuisvesting bij elkaar gebracht. Door de verbinding van wonen, zorg, comfort en energieregulering hebben we de mogelijkheid om nieuwe woonvormen te bedenken en in te richten.
We hebben consultancy activiteiten (bijvoorbeeld het inrichten van een Energie Management Systeem (EMS) of het ontwerp van toekomstbestendige ouderenhuisvesting) en leveren een eigen infrastructuur via de IVO Smart box (combinatie van hardware en software die de installaties van een gebouw aanstuurt).
Collectieve woonvormen
Veel seniorenbeleid is gericht op nieuwe (collectieve) woonvormen. Gezien de omvang van de vergrijzing is het de vraag of dat wel zo’n goed idee is. Van de 3,6 miljoen 65+’ers die Nederland in 2023 telde, verhuisden er dat jaar 131.000, ofwel 3,6 procent (Bron: CBS). ZorgSaamWonen heeft een ordening van woonvormen opgesteld:
- Mantelzorgwoning: een zelfstandige woning op het terrein van je eigen huis. Nauw verwant is de kangoeroewoning waarbij sprake is van een combinatie van twee zelfstandige woningen of wooneenheden onder één dak, met ieder een eigen voordeur, naast elkaar of boven elkaar. Aantallen: Geen aantallen bekend. Obstakel: Voor woningsplitsing of het plaatsen van een extra wooneenheid op het eigen terrein ten behoeve van een kangoeroewoning is toestemming van de gemeente nodig.
- Groepswoning/kleinschalig wonen: een groepswoning is voor zo’n zes à twintig bewoners die met nabije zorg, vaak met een pgb, zo normaal mogelijk leven. In het ene geval veelal gezamenlijk, in het andere meer individueel. De eigen woonunit kan variëren van een woon/slaapkamer met of zonder eigen sanitair tot een aangepaste tweekamerunit met eigen voorzieningen. De groepswoning kan een privaat of een publiek karakter hebben (in het laatste geval in eigendom van een corporatie of zorgaanbieder). Aantallen: Geen aantallen bekend. Uit onderzoek van onder meer Aedes: collectieve woonvormen bij woningcorporatie zijn maximaal 1600 collectieven met maximaal 34.000 bewoners. Daarmee gaat het om maximaal 1,5 procent van alle corporatiewoningen.
- Woongroep: een woongebouw met vier tot twintig kamers of kleine woningen met een gedeelde ruime woonkamer of leefkeuken. Verschil met de vorige variant is dat de bewoners geen (intensieve) zorgvraag hebben, maar graag een gemeenschappelijke huishouding voeren en een gemeenschap vormen.
- Woongemeenschap en wooncoöperatie: bij een woongemeenschap gaat het om een gebouw met pakweg twaalf tot veertig zelfstandige woningen en gedeelde voorzieningen zoals een ontmoetingsruimte of een huiskamer, gezamenlijke activiteiten en onderlinge hulp. De woningen kunnen variëren in grootte en in prijsklasse, van sociale huur tot dure koop. Obstakels: De gemiddelde trajectduur is ongeveer zeven jaar. Dat heeft te maken met de samenwerking tussen gemeenten en woningcorporaties en het vinden van geschikte locaties. Een belangrijke les uit onderzoek: zeker in grote steden met woningnood kun je beter beginnen met het vinden van een locatie dan met het samenstellen van een groep ouderen.
- Modern hofje: bij een hof of ‘Knarrenhof’ gaat het om pakweg zestien tot vijfenveertig grondgebonden of gestapelde woningen rond een binnentuin of binnenplaats, vaak met een gemeenschappelijke ontmoetingsruimte. Bewoners van een hof wonen zelfstandig in een eigen woning, maar kiezen bewust voor het sociale aspect van het wonen in een hof. De bouwwijze rond de beschutte, gemeenschappelijke binnentuin biedt gelegenheid voor ontmoeting zonder afspraak of verplichting. De woningen zijn levensloopbestendig (levensloopbestendige woningen kunnen ook bestaan buiten een hofje) gebouwd, zowel huur als koop is mogelijk. Het initiatief Knarrenhof telt eind 2023 elf gerealiseerde hofjes met samen 274 woningen. Er zijn nog eens acht hofjes in de maak met in totaal 179 woningen. Per saldo telt dit dus om en nabij de vijfhonderd inwoners ofwel ongeveer 0,008 procent van alle 55+’ers. De belangstelling in de vorm van aanmeldingen bij de stichting Knarrenhof is een factor honderd groter, maar het gaat dan nog steeds om minder dan 1 procent van de 55+’ers.
- Wooncomplex: dit betreft een appartementencomplex dat in grootte kan variëren van twintig tot driehonderd woningen. Met vaak gezamenlijke voorzieningen en soms een arrangement van zorg en diensten dat individueel afgenomen kan worden (serviceflat, woonzorgcomplex). Geen aantallen bekend.
Onze aanpak kent zowel uitwerking van nieuwe wijken voor multigenerationeel wonen (SprenghenParc) als inbrengen van technologie in bestaande woningen (IVO Smart Box). Het lijkt toch logisch om het beleid juist te baseren op daar waar senioren wonen.
Literatuur
Movisie (2024).Leefvormen in een ouder wordende samenleving .