De impact van de vergrijzing
Vitale samenleving
De impact van de vergrijzing op de volksgezondheid zal alleen maar toenemen,. Meer nieuwe woonvormen zijn nodig waarin ouderen samen kunnen leven, elkaar kunnen helpen en aandacht krijgen. Veel ouderen zijn na de pensioenleeftijd nog vitaal. Het is daarom belangrijk dat oudere mensen kunnen blijven meedoen in de samenleving. In 2050 zullen er ongeveer 4,8 miljoen 65-plussers zijn, van wie 1,94 miljoen mensen 80 jaar of ouder zijn. Nu zijn er 3,6 miljoen 65-plussers, onder wie bijna 900.000 80-plussers.
Levensverwachting
Naar verwachting stijgt de levensverwachting richting 2050 tot 86,5 jaar. In 2022 was de levensverwachting 81,6 jaar. Vrouwen leven gemiddeld langer dan mannen, zowel nu als in de toekomst. Naar verwachting blijft het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen iets meer dan 3 jaar. De toename van de levensverwachting gaat overigens ook gepaard met een toename in de gezonde levensverwachting. Dat betekent dat de jaren die we erbij krijgen ook nog eens gezonde jaren zijn. Wel is de gezonde levensverwachting nog steeds 10 tot 18 jaar lager dan de levensverwachting. Een hogere gezonde levensverwachting stelt ons in staat om tot op hoge leeftijd aan de maatschappij te blijven bijdragen. Vier op de tien 65- tot 75-jarigen doen nu bijvoorbeeld vrijwilligerswerk.
Chronische aandoeningen
Het minder goede nieuws is dat tussen nu en 2050 het aantal mensen met een chronische aandoening van 10,5 naar 12 miljoen stijgt. Vooral ouderdomsziektes gaan een belangrijkere plaats innemen in de top tien van aandoeningen. Ook zal er in de toekomst vaker sprake zijn van multimorbiditeit. Dat wil zeggen dat mensen vaker meerdere ziektes tegelijkertijd hebben. Van de 12 miljoen mensen met een aandoening in 2050 zal een groter deel dan nu het geval is, drie of meer aandoeningen hebben. Deze groep met drie of meer aandoeningen stijgt met ongeveer 1 miljoen mensen tot 4,3 miljoen in totaal. De stijging zit vooral bij oudere mensen.
Mantelzorg
Het aantal ouderen dat mantelzorg nodig heeft verdubbelt tussen nu en 2050. De toename van de vraag zal met name optreden onder 75-plussers. Het aantal mantelzorggevers zal hierbij achterblijven. 16% van de 65- tot 75- jarigen groep geeft mantelzorg. Het aantal mensen dat mantelzorg nodig heeft zal echter flink stijgen ten opzichte van het aantal mensen dat die zorg kan geven. De knelpunten die daardoor ontstaan worden versterkt doordat mensen vaker mantelzorg moeten combineren met werk.
De ouderenzorg leunt nu al sterk op de zorg door partners, familieleden en vrijwilligers. Dat zal in de toekomst nog meer het geval zijn. Twee groepen zullen mogelijk veel mantelzorg gaan geven. Allereerst de werkende mantelzorger. Daarnaast zullen mensen in de derde levensfase met een goede gezondheid, mensen in de vierde levensfase kunnen helpen. Dat kan door zorg voor de eigen partner, maar ook als vrijwilliger in de zorg of via deelname aan zorgcoöperaties of groepswonen.
Zelfstandig thuis
Naast oudere mensen die intensieve zorg nodig hebben door dementie en andere ernstig beperkende gezondheidsproblemen, zal er ook een groeiende groep zijn van oudere mensen die nog wel zelfstandig blijven wonen. Deze groep krijgt te maken met allerlei chronische aandoeningen en met eenzaamheid en beperkingen in horen, zien en mobiliteit. Voor deze groep is het belangrijk om een sterke basiszorg te hebben, dicht bij waar de mensen wonen.
Het gaat dan om de eerstelijnszorg, waaronder de huisartsenzorg, de paramedische en verpleegkundige zorg. En daarnaast ook om de aanwezigheid van een brede sociale basis die cruciaal is voor het welzijn van mensen. Denk daarbij aan ontmoetingsmogelijkheden en onderlinge hulp van buurtgenoten. Om de zorg dichtbij mensen te kunnen leveren is het daarom belangrijk meer aandacht te geven aan de fysieke en sociale facetten in een wijk of buurt.
Omdat mensen langer zelfstandig zullen blijven wonen, zal dit eisen stellen aan de woningen zelf. Deze ontwikkeling vraagt om meer levensloopbestendige woningen en andere woonvormen, waarin meerdere generaties samenwonen (ons SprenghenParc concept) of groepen van dezelfde leeftijd. Het is van belang om bij het plannen van ruimtelijke ontwikkelingen, zoals bij de grootschalige woningbouw en stedelijke verdichting, de gevolgen voor de gezondheid van bewoners mee te nemen. Datzelfde geldt voor de energietransitie.
Eigen regie
Ouderen weten uiteraard zelf vaak goed wat zij hiervoor nodig hebben. Het is dus zaak hun behoeften en prioriteiten in kaart te brengen zodat zij zelf meer de regie kunnen houden. Het spreekt voor zich dat die behoeften niet voor iedereen gelijk zijn in een diverse samenleving. Daarom is er evenwicht nodig tussen enerzijds eigen wensen en maatwerk en anderzijds wat voor iedereen op dezelfde manier uitgevoerd kan worden.
Eigen regie is ook in de vierde levensfase belangrijk. Het is noodzakelijk om vóór de vierde levensfase aandacht te besteden aan de laatste periode van het leven, waarin mensen kwetsbaarder worden en vaak met meer problemen te kampen hebben. Ook hierbij is aandacht nodig voor zaken die buiten de zorg liggen zoals sociale netwerken, wonen en ontspanning. Kwaliteit van leven dient, richting een waardig einde van het leven, voorop te staan.
Literatuur
RIVM .Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2024 Kiezen voor een gezonde toekomst. Rapport 2024-0110
Woldendorp, H. (2021). Technologische en sociale innovatie in de ouderenzorg. De impact van COVID-19. SWP?