Perikelen rond bedrijfsovernames
Voordelen van bedrijfsovernames
Bedrijfsovernames zijn bij uitstek geschikt om bijvoorbeeld de omzet te laten groeien, kennis te vergaren en gelijktijdig een concurrent uit te schakelen.
Althans dat dacht ondernemer Pieterse, eigenaar van het snel groeiende bedrijf "Geen zee te hoog", met vestigingen in Den Haag, Rotterdam, Dordrecht en Breda, toen hij een jaar geleden concurrent "Geen brug te ver" overnam. Onderneming "Geen brug te ver" had namelijk vestigingen in Den Haag!, Amsterdam en Arnhem.
Een uitgelezen kans
Het leek zo'n geweldig idee. In Den Haag had Pieterse al jaren last van de forse concurrentie van "Geen brug te ver" en het leven zou zoveel aangenamer zijn als hij dat bedrijf kon laten opgaan in zijn Haagse filiaal.
Bovendien had Pieterse toch al uitbreidingsplannen richting Amsterdam. De overname zou zo in die stad voor een vliegende start kunnen zorgen. De uit de richting liggende vestiging in Arnhem werd dan maar op de koop toe genomen.
De mogelijkheid tot overname was ontstaan doordat de eigenaar van "Geen brug te ver" was komen te overlijden en de door de erfgenamen aangestelde interim manager mede was aangesteld om het bedrijf snel te verkopen.
Na een kort boekenonderzoek werden partijen het al gauw eens. Er werd weliswaar nauwelijks winst gemaakt, maar de overnameprijs leek daarmee in overeenstemming en kon voor een groot deel uit de bestaande kredietfaciliteit en de cash flow betaald worden.
Pieterse prees zichzelf zeer gelukkig met deze geweldige buitenkans.
Pieterse verslikt zich
Al gauw bleken echter de ingebeelde voordelen als sneeuw voor de zon te verdwijnen en bezorgde het integratieproces Pieterse veel hoofdpijn, zoveel, dat hij zich genoodzaakt zag hulp te vragen.
Uit het gesprek met Pieterse kwam al snel naar voren, dat hij op de stoel van de verkoper was gaan zitten en zelf geweldige argumenten had gevonden voor een snelle overname. Bovendien had hij alle begrip gehad voor de wens van de verkoper de overname voor het personeel geheim te houden ter voorkoming van onrust.
Daardoor had de inspectie van de bedrijfsinventaris na sluitingstijd plaatsgevonden en alleen in Den Haag. De verkoper wist namelijk te vertellen dat de inventaris door onderlinge uitwisseling uniform was. Dat klonk, gezien de aard van het bedrijf, logisch en bespaarde een trip naar Amsterdam en Arnhem.
Kat in de zak?
De lijst van tegenvallers bleek aanzienlijk te zijn:
- De bedrijfsleider van het Haagse filiaal van "Geen Brug te ver" weigerde mee te werken aan de integratie. Hem was in eerste instantie het filiaal toegezegd door de erfgenamen. De frustratie hierover was enorm.
- De bedrijfsleider van het Amsterdamse filiaal had eenzelfde toezegging gekregen en was na de bedrijfsovername weliswaar "coöperatief", maar sluisde stelselmatig omzet weg naar een toekomstig partner.
- Het overgenomen debiteurenbestand bleek vele oninbare vorderingen te bevatten. Er was veel omzet omwille van omzet gemaakt. Nu viel onder het strakkere regiem een groot van die omzet weg.
- De logistieke problemen van de uitbreiding waren onderschat. Vooral Arnhem vergde onevenredig veel tijd en inspanning.
- De kwaliteit van de bedrijfsmiddelen bleek bij nader inzien toch niet zo goed te zijn als was gedacht.Bovendien ontbrak veelal de beloofde uniformiteit. Extra investeringen waren nodig.
- De samenvoeging van de beide Haagse filialen verliep uiterst moeizaam door de verschillen in de bedrijfscultuur.
De bank trok al snel aan de bel omdat de verwachte cash flow uitbleef en de liquiditeit sterk afnam.
Het was Pieterse inmiddels duidelijk geworden dat de naam van het overgenomen bedrijf al een waarschuwing had moeten zijn. De hele overname was hem duidelijk boven het hoofd gegroeid.
De oplossing
Mede ter geruststelling van de bank werd met spoed een uitgebreid plan van aanpak opgesteld met de volgende hoofdlijnen:
- Publicitair offensief in Den Haag ter geruststelling van de klanten.
- Afvloeiingsplan voor de twee recalcitrante bedrijfsleiders.
- Afstoting van het Arnhemse filiaal.
- Intensieve begeleiding van het personeel in het Haagse filiaal.
- Overplaatsen onder strakke begeleiding van een ervaren kracht naar Amsterdam.
- Opstellen van een realistisch meerjarenplan.
De les
Pieterse zag een open doel en als echte ondernemer kon hij het niet nalaten direct de bal erin te koppen. De voordelen waren zo overweldigend dat hij zijn gebruikelijke bedachtzaamheid even in de kast had gezet.
Hij vond een gedegen vooronderzoek, gesprekken met het personeel en de erfgenamen of zelfs extern advies niet nodig. Hij kende de markt toch als geen ander?
Vanaf de wal lijkt het nu allemaal zo simpel. Maar dat zou voorbij gaan aan de emoties die met een dergelijke overname nou eenmaal samengaan. Hebzucht, angst, geldingsdrang etc. kunnen rationele beslissingen ontzettend beïnvloeden. Het effect daarvan wordt veelal behoorlijk onderschat.
Oud-wereldkampioen schaken Dr. Max Euwe had voor dat soort situaties waarbij zich plotseling een aantrekkelijke kans voordoet steevast hetzelfde advies:”Ga eerst op je handen zitten en neem daarna pas een besluit“.
(Google auteur)
=====================================================
Verwante artikelen:
De standaard invalshoek van kopende en verkopende partijen is het eigen belang en bij grotere ondernemingen komt daar bij de bedrijfspolitiek cq carriere van de management team leden. Zodra men dit los kan laten, komt inlevingsvermogen van de "tegen" partij naar voren. Indien men die als uitgangspunt neemt, is succes verzekerd.
Ik zou zeggen kijk ook is kritisch naar de psychologische kant bij een overname. Wat is het sentiment van beide partijen en waar zit de klik ? Of is er veel kwaad bloed gezet bij het personeel waardoor een overname stress factoren bij elkaar brengt en er een explosief werkmilieu ontstaat.
Volgens mij is de beste remedie de professionele ondersteuning door een terzake deskundig kantoor voor de begeleiding bij de verkoop. M.n. in de horecamakelaardij zit hier wel veelal kaf onder het koren en dient een verkoper een betrouwbaar kantoor in te schakelen met meerjarige ervaringen door goed opgeleide makelaars. En dus niet door zgn. makelaars (bijv. franchisenemers van bepaalde kantoren die net achter de toog of de oven vandaan komen)
Verkopen is mijn mijn optiek vaak "emotie". Het verkrijgen van de hoogste prijs. Bij het MKB veelal voor het langverwachte pensioen. Kopen is meer ratio. De investering dient in 5, max. 6 jaar zichzelf terug te verdienen. Als de verkopend makelaar af en toe "advocaat van de duivel" speelt en de realiteitszin bewaart en bewaakt komen partijen mogelijk sneller bij elkaar.
Duurzamer dan beursgerichte zelfzucht blijkt sociale samenhang van onze traditionele eeuwenoude familiebedrijven. Kijk eens kritisch naar Europa, en haar € en de ontwikkelingen op effectenbeurzen! Geld regeert de wereld, maar wie regeert dit geld? Op de beurzen en daarbuiten was niet zelden het credo. Double digits growth forever, ofwel “Geen zee te hoog” èn “Geen brug te ver” Als hebzucht en eigenbelang echter onze essentiële drijfveren zijn, wordt duidelijk wat ons diepste motief is. Is het dan vreemd dat vertrouwen het kind van de rekening is geworden? Elk eeuwenoud principe vanuit filosofie en religie wordt veelvuldig geschonden. MVO is vanuit marketingperspectief niet zelden een USP om hier bovenal zelf beter van te worden. Woorden en daden zijn verschillende begrippen. Dat schrille contract tussen aandeelhoudersbelang en werknemersbelang is inmiddels omvangrijk als de Atlantische Oceaan. Elke vorm van sociale samenhang, maatschappelijke verantwoordelijkheid of familiebanden lijkt te zijn verdwenen. Terugblikkend op 2011 en de jaren daaraan voorafgaan. Wij hebben enorm veel geleerd en erger kan het niet meer worden. Zelfs de rijksten der aarde beginnen te walgen van hun overdadige vermogen. Dát zal in dit nieuwe jaar 2012 wellicht aangenaam verrassend perspectief gaan bieden…
In sommige branches, w.o. de kappersbranche, lijkt mij een terugverdientijd van 5 jaar veel en veel te hoog. Het enige wat je koopt, behalve arbeidscontracten en een huurcontract voor het pand, is een verwachting dat de klanten klanten blijven. Een terugverdientijd van 2 jaar lijkt mij het maximale. Daarnaast liggen in deze branche de overdrachtwaarden niet zo hoog dat daar een (aanvullend) pensioen van kan worden gefinancierd.
Erg goed en leesbaar artikel van hoe het in de praktijk kan gaan. Geen enkele overname is hetzelfde!